Het uitgeefproces (4) door Anne Ruhl

Vind je het leuk als we je manuscript uitgeven?

Heel even denk ik dat ik het gemaakt heb na het lezen van deze mail. Anne Ruhl, kinderboekenschrijfster. De bestsellers vliegen me in gedachten om de oren. Nu kan ik chocola gaan eten op de bank. De rest gaat vanzelf.
Heel even.
Ik schud mijn hoofd en raak lichtelijk in paniek. Vóór 1 augustus moet ik wel 30.000 woorden hebben en moeten alle verhalen kloppen. Ik leg de repen Tony Chocolonely maar even in de koelkast. Ik beloof mezelf na elk hoofdstuk een stukje.

De dappere zoon Frederik gaat appels plukken in het hoofdstuk waar hij ontdekt wie de grote oplichter is. Oeps, daar gaat het mis. In maart hangen er helemaal geen appels aan de bomen. Ik ga alle hoofdstukken door om de data naar oktober te veranderen.

De chaotische zus Roeltje wordt bedreigd. Het arme schaap leent geld van de verkeerde man. Dat komt haar duur te staan. Ze moet het bedrag binnen een maand terugbetalen. Ik print mijn hele manuscript. Aan het eind van het boek is het ook het einde van de maand. Komt dat even mooi uit. Het lijkt bijna niet zelf bedacht. Het bedrag van Roeltjes schuld verdubbelt dagelijks. Op mijn rekenmachine typ ik met een klein beetje leedvermaak haar groeiende schuld in. Arme Roeltje.

1 augustus: vol trots stuur ik de verbeterde versie op

De redacteur gaat met haar rode pen door mijn werk en ik hoop dat ze niet zoveel inkt nodig heeft. Onbevreesd open ik het mailtje met aanpassingen. Ik staar ernaar. Ik scrol. Ik knipper met mijn ogen om niet te gaan huilen. Zoveel! Mijn toch-wel-bijna-perfecte-boek is niet zo perfect als ik dacht. Er zijn veel verbeteringen aangebracht en ai, ook spelfouten uitgehaald.

Ik ren naar de koelkast. Waar is Tony als je hem nodig hebt?

De bestsellers verdwijnen uit mijn hoofd, maken plaats voor lelijke krantenkoppen. Vreselijke recensies. Of nog erger. Niks. Niemand die mijn boek wil lezen, niemand die het koopt. Ik slik. Gooi de lege verpakking weg en verman me.

Feedback is een cadeautje

Ik open mijn laptop weer. Nu niet meer met de intentie om hem over het balkon te gooien. Feedback is een cadeautje lees ik op een van de websites waar ik heen vlucht om maar niet naar de rode strepen te hoeven kijken.

Feedback is een cadeautje. Dat wordt mijn nieuwe motto.
Feedback is een cadeautje, mijn boek wordt er alleen maar mooier door.
Feedback is een cadeautje, mijn boek en mijn karakter worden er mooier van.

Ik kijk mijn angst recht in de ogen aan en lees trillend de rode letters nog eens.
Feedback is een cadeautje, echoot het in mijn hoofd. Ineens zijn de woorden in de kantlijn niet meer zo scherp en kan ik me in sommige opmerkingen wel vinden.
Ik pas aan en herschrijf. Als ik later de verhalen teruglees zijn ze veel mooier. De tekst is vloeiender en het geheel klopt.

Ik stuur mijn manuscript weer terug naar de uitgever.
Mijn koelkast vul ik met watermeloen en aardbeien. Vitamines zijn een cadeautje en strenge redacteuren ook.

Over de auteur

Anne Ruhl woont in Nieuw-Vennep met haar man en Italiaans windhondje. Als ontspanning leert ze Scandinavische talen. Op vakantie neemt ze uit ieder land een bijzondere theedoek mee die ze vervolgens nooit gebruikt, maar wel ophangt om mooi te zijn. In het najaar van 2015 startte ze met de Schrijversacademie om naast haar werk als leerkracht haar talenten verder te ontwikkelen. Haar debuut ‘Mevrouw Stip en Roeltje, de charmante oplichter’ zal in september 2018 uitkomen bij Buddy Books.

 

Lennekes wijze raad – door Muriël van den Berg

Daar staat ze. Op de hoek van de Roetersstraat en de Nieuwe Achtergracht. Haar roodbruine krullen wapperen door de wind. Ze draagt een klassieke spijkerbroek met een blauw wit gestreept shirt. Het is Lenneke. Ik wil haar aanspreken, wil haar omhelzen. Maar dat kan niet. Ze zou denken dat ik gek ben. Ik ken haar door en door, maar voor haar ben ik een vreemde.

Divagedrag en nuchterheid

Ik bof met Lenneke, onze vriendschap is pas een jaar oud maar voelt al heel hecht. We zijn samen gaan reizen zonder dat we elkaar goed kenden en zonder dat we wisten waar we precies zouden eindigen. Lenneke is gelukkig niet moeilijk. Ze houdt van lekker eten en drinken, bezoekt graag steden en is avontuurlijk aangelegd. Een tikje divagedrag compenseert ze door een dosis praktische nuchterheid.

En het is dankzij haar nuchterheid, dat het boek er nu is. ‘Waarom blijf je zo hameren op die 70.000 woorden’, vroeg ze op een onbewaakt ogenblik. ‘Er zijn toch ook korte thrillers, neem nou dat nieuwe boek van Boris Dittrich.’ ‘Ja Len, maar hij heeft al naam gemaakt’, verzuchtte ik. ‘Dan kun je dat doen. Als debuutauteur moet je gewoon een dikke pil schrijven, dat verwachten de lezers.’ ‘Niets daarvan’, besliste Lenneke. ‘Het is mijn verhaal en ik herken mezelf totaal niet in die ellenlange dialogen van jou. Het lijkt of er een of ander suf miepje aan het woord is. Zo ben ik helemaal niet.’ Ik knikte en gaf haar ruiterlijk gelijk.

Als Lenneke een romantisch type was geweest, was mijn boek er nooit gekomen

Vanaf dat moment ben ik pas echt gaan schrijven. Tijdens mijn dagelijkse treinreis van en naar Amsterdam Zuid vorderde Lennekes avontuur in New York gestaag. Zonder franje, zonder overbodige handelingen. En vooral zonder al teveel zelfkritiek. Ik ben echt blij dat Lenneke kort van stof is. Als zij een romantisch type was geweest, was mijn boek er nooit gekomen. Vertellen en vertonen, spannende dialogen en beeldend schrijven, het blijft voor mij een worsteling.

Nu het boek af is ben ik best trots. Maar tegelijkertijd voel ik een zweempje jaloezie. Lenneke staat altijd in het middelpunt van de belangstelling. Als auteur bevind ik mij op de achtergrond. Volkomen terecht overigens, want mijn eigen leven is niet zo opwindend. Lenneke doet onderzoek naar malafide praktijken in de financiële sector. Zelf werk ik voor een degelijke vermogensbeheerder, en ik zit eigenlijk altijd achter m’n bureau naar Excel spreadsheets te koekeloeren. En als ik al op reis ga, ren ik van meeting naar meeting en verveel ik mij op vliegvelden. Maar goed, zonder die verveling was Lenneke er niet geweest. Ze mag me wel eens wat dankbaarder zijn. Ik ga het haar direct vertellen.

Een thriller, daar is het toch veel te dun voor?

Niet begrijpend kijkt de jonge dame mij aan. ‘Lennekie? Who is Lennekie?’ Een toerist, ook dat nog. Voor ik het weet, sta ik met handen en voeten voor de zoveelste keer de weg naar Artis uit te leggen. Linksaf, over de Plantage Muidergracht. Als je de flamingo’s ziet, is het nog een paar honderd meter naar de entree. Kan niet missen. Ik ga Lenneke wel missen als ik volgende week met vakantie ga. Alhoewel, het is ook wel lekker om mezelf weer te horen denken. Al weet ik zeker, dat zij ergens in de Schotse Hooglanden plotseling opduikt en de regie overneemt. Lenneke is dol op spookkastelen. Daar kan ze haar fantasie zo lekker de vrije loop laten. Ter inspiratie ga ik thuis alvast een aflevering van Midsomer Murders kijken.

‘Lekker suf die serie’, constateert mijn vriend ‘s avonds, ‘maar echt helemaal jouw ding. Net als je boek, het is niet mijn genre maar ik vind het wel heel knap. Ik snap alleen niet dat je het een thriller noemt, daar is het toch veel te dun voor? En wie is nou die Lenneke? Heb jij haar weleens ontmoet?’

Over dossier O.I.

Met de start van het nieuwe jaar begint Lenneke aan haar eerste echte baan in de financiële sector. Ze gaat aan de slag voor bedrijf dat geld belegt voor Nederlandse pensioenfondsen. Al snel ontdekt ze dat een van de beleggingen van haar bedrijf niet in de haak is. Op eigen houtje gaat zij op onderzoek uit in New York. Dat had ze beter niet kunnen doen. Haar rustige leventje in Amsterdam is voorgoed verstoord. De financiële sector trilt op zijn grondvesten.

Over de auteur

Muriël van den Berg (1974) is geboren in Rotterdam en werkt als risk manager in Amsterdam, het hart van de financiële sector in Nederland. Dossier O.I. is haar eerste thriller. Zij was in 2016/2017 cursist aan de Schrijversacademie en volgde met veel plezier les bij Nicoline Baartman.