De grootste plaag voor een tekstschrijver – door Leonore Pulleman

Wil je een tekstschrijver goed plagen? Vraag deze persoon dan om zijn of haar eigen webtekst te schrijven … Want zo vlotjes als je schrijft over een ander, zo moeizaam blijkt dat te gaan als het over jezelf gaat. Je ploetert in je eentje door, natuurlijk ben je te trots om een andere schrijver in te schakelen. Want hé, het is wel je vak!

Waarom is het zo’n plaag? Omdat je te veel weet over jezelf. En dat wil je graag allemaal in die paar pagina’s proppen. Want volledigheid staat wel voorop. Normaal verzamel je de informatie voor een tekst via het stellen van prikkelende vragen aan de opdrachtgever. Je vraagt door en door en zo ontstaat de inhoud voor de tekst. Nou, probeer maar eens dóór te vragen aan jezelf. Voor je het weet heb je ruzie in je hoofd.

En dan wil je er ook nog storykracht in brengen. Daarom besloot ik de opleiding Storytelling van de Schrijversacademie te volgen. Na enige twijfel, ik zeg het eerlijk. Want … had ik al niet genoeg over storytelling gelezen? En al niet genoeg voorbeelden bekeken? En zocht ik eigenlijk ook niet té veel spannends achter een eenvoudige theorie? Nou ik kan je nu vertellen: ik had ongelijk met mijn bedenkingen. Je kunt er nog zo veel over lezen, maar alleen door er echt mee te oefenen, krijg je de techniek in de vingers.

Met docent Manon Duintjer gingen we aan de slag. Met een man of tien, in een statig pand in hartje Amsterdam. Het begon met een zelfonderzoek, naar wie je bent en wat je wilt uitdragen. Na de uitleg over de storytellingprincipes ga je aan de slag om je verhaal helder te krijgen. Je verzamelt materiaal, krijgt input over schrijfstijl, perspectief en show don’t tell. Je leert narratieve elementen toe te voegen, speelt met personages, conflict, structuur en plot.

En het belangrijkste is: je schrijft en herschrijft. En de constante stroom feedback van docent en medestudenten legt elke keer feilloos de zwakke (en sterke) plekken bloot, waar je weer mee verder kunt. In het zicht van je definitieve tekst leer je dan nog hoe je deze promoot via een contentkalender. Je blogt erover en formuleert social-mediateksten.

Mijn resultaat? Op onze nieuwe website – die begin 2019 online komt – vertellen mijn tekstpartner en ik wat we doen via uitspraken van bestaande klanten. In de vorm van bij elke 3 casussen schetsen we de hele story. Met veel ups en een enkele tegenslag, wat de inhoud heel persoonlijk maakt. Dat is veel spannender dan zo’n zendergerichte opscheptekst wat je allemaal wel niet kunt, die je vaak ziet.

Eigenlijk heb ik de webtekst dus niet alleen geschreven. De opleiding ‘Storytelling’ aan de Schrijversacademie heeft me in het proces begeleid. Met goede theorie, een príma docent, maar vooral ook dankzij de eerlijke, meedenkende medestudenten. En dan denk je bij een kritische noot af en toe wel: “Grmblblbl”, maar uiteindelijk maakt het je teksten steeds een stukje beter. En zelf commentaar geven op andermans teksten is óók leuk en bijzonder inspirerend.

Heb ik de spanning genoeg opgebouwd? Sorry, ik moet die nog wat langer rekken … Ik zou je nu graag verwijzen naar onze website tekstpartners.nl, maar we zijn er nog druk mee bezig. Kom begin volgend jaar gerust eens onze verhalen lezen. Bij mij gaan ze over tekstschrijven, (eind)redactie en bloggen als ghostwriter. Mijn partner Pieter vertelt over bedrijfsjournalistiek en communicatieadvies. Samen voeren we grotere en bredere opdrachten uit. Jouw feedback op onze webtekst is uiteraard heel welkom. Want … samen komen we verder!

Leonore Pulleman (nu nog www.pullemancommunicatie.nl, binnenkort: www.tekstpartners.nl.)

De sandwichformule – Door René Appel

Er zijn verschillende manieren om een verhaal te vertellen. Als schrijver kies je de (grammaticale) tijd, het perspectief, je ‘bouwt’ iets, je bouwt een roman met fragmenten, beschrijvingen, flashbacks, eventueel zogenaamde flashforwards, enzovoorts. Het begrip sandwichformule slaat op een speciale manier van vertellen, namelijk die waarbij het eigenlijke verhaal ingeklemd is tussen een ouverture en een afsluiting. Ik zal drie voorbeelden geven van drie prachtige romans die volgens dit principe zijn gebouwd.

Het verhaal in het café

De eerste is Biecht van een moordenaar van Joseph Roth (wie nog nooit iets van hem heeft gelezen, moet dat snel gaan doen). De ‘ik’ gaat naar een Russisch café-restaurant in zijn woonplaats Parijs, waar in de jaren dertig van de vorige eeuw veel Russische emigranten en bannelingen komen. Daar ontmoet hij een man, ene Semjon Semjonovitsj Goloebtsjik. Het is middernacht, de kastelein doet de deur op slot, en Goloebtsjik begint aan een verhaal. Hij zegt zelf dat het een simpel verhaal is dat hij beknopt wil vertellen, maar de laatste zinnen van de ouverture luiden: ‘Hij begon. En het verhaal was beknopt noch banaal. Daarom heb ik besloten het hier op te schrijven.’ Dan volgt ‘de biecht van een moordenaar’ van Goloebtsjik, meer dan 160 bladzijden. Als de verteller bij het ochtendgloren de straat is opgegaan, begint de afsluiting met ‘Ik bleef alleen met de kastelein achter. “Wat een verhalen hoor je bij u,” zei ik.’ Na nog zo’n vier bladzijden eindigt het boek met: ‘Nog diezelfde dag verliet ik mijn kamer in de Rue des Quatre Vents. Goloebtsjik heb ik nooit meer gezien, ook geen van de mannen die zijn verhalen hebben gehoord.’

Een donkere nacht

Het tweede voorbeeld is De nacht in Lissabon van Erich Maria Remarque. Ik citeer de achterflap van dit indrukwekkende boek. ‘Een donkere nacht in 1942. Een man staat in Lissabon in de haven op de kade en staart naar een Amerikaans schip. De man is Hitler-Duitsland ontvlucht en heeft geen visum en geen geld. Plots biedt een onbekende hem twee tickets aan voor de boot naar Amerika. Onder slecht één voorwaarde: dat hij deze nacht naar zijn verhaal zal luisteren.’ Weer een verhaal dat ’s nachts verteld wordt, deze keer niet in één café-restaurant maar in een aantal cafés en nachtclubs, met ook weer veel spanning. Want waarom wil de man zo nodig zijn verhaal vertellen aan iemand die hij niet kent? Wat zit hierachter?

Een uitnodiging bij hem thuis

Ten slotte een Nederlandstalige roman volgens de sandwichformule, namelijk Lijmen van Willem Elsschot, vaak in één adem genoemd met Het been dat als een vervolg is te beschouwen. Lijmen begint (alweer) in  een café, waar de ‘ik’ een oude (vaag) bekende ontmoet: Laarmans. Die nodigt de ‘ik’ de volgende dag uit bij hem thuis en daar vertelt hij het verhaal van zijn financiële manipulaties met ‘Het Wereldtijdschrift’, die de ‘ik’ weerzinwekkend vindt. Laarmans legt een hand op zijn knie, maar… ‘Ik sidderde onder zijn aanraking, sprong overeind, stiet hem met alle geweld van mij af en vluchtte de trap af en het huis uit.’

Bij een sandwich gaat het vooral om het beleg

Goed beschouwd is er in Lijmen nauwelijks meer sprake van een afsluiting, maar met enige tolerantie is het begrip ‘sandwichformule’ toch van toepassing. In alle drie gevallen is het ‘brood’ (dus ouverture en afsluiting) aan de dunne tot zeer dunne kant, maar dat is geen probleem. Bij een sandwich gaat het immers vooral om het beleg, het verhaal dat ertussenin geklemd zit, en dat is in alle drie gevallen voortreffelijk.

Over René Appel

René Appel publiceerde 24 misdaadromans, drie verhalenbundels en twee jeugdboeken. Zijn laatste verhalenbundel is ‘Joyride en andere spannende verhalen’ (2016). Oktober 2018 verschijnt ‘Dansen in het donker’, bestel het boek hier. Een ‘gewone’ roman, dus geen thriller, maar wel een echte Appel.

René Appel is lid van de Adviesraad van de Schrijversacademie.

Leven met je rug naar de toekomst – door Annemarie Smits

Dit was het perfecte boek om te bespreken. Wat een thema!

Toen ik na een lange, saaie kantoordag wat verveeld op de bank lag te scrollen door mijn facebook-account, viel mijn oog op een oproep van de Schrijversacademie die mensen zocht voor de nieuwe boekenclub. Ik zat meteen rechtop en klikte direct op ‘hier aanmelden’. In mijn hoofd hoorde ik mijn vriend alweer roepen: ‘Focus, Annemarie, eerst even nadenken en dan pas doen’, maar dat saaie advies wuifde ik snel weg. Dit was te leuk!

Het duurde even, maar toen kreeg ik bericht dat ik was toegelaten tot de club en dat het nieuwe boek van Josha Zwaan als eerste besproken zou worden. Toevallig had ik dat boek al gelezen via een andere oproep van de Schrijversacademie dat er een aantal proefdrukken beschikbaar waren om te lezen, maar dat kon de pret niet drukken. Dit was het perfecte boek om met anderen te bespreken. Wat een thema! Leven met je rug naar de toekomst. Van dit boek word je niet vrolijk, maar het blijft wel heel lang hangen. Ik ben blij dat ik zelf in een andere tijd leef én anders in elkaar zit.

Oktober werd dé maand van onze boekenclub

Even later kreeg ik het boek – gratis! – thuisgestuurd. Ook werd me uitgelegd hoe de boekenclub werkt en dat deze uit dertien mensen bestaat. Omdat dit de allereerste keer was dat er een boekenclub werd georganiseerd, gingen we van start met een leesperiode van een maand. Oktober werd dé maand van onze boekenclub. In het voorstel-topic konden we ons aan elkaar voorstellen. Met dertien leden zijn dat best veel introducties, maar al snel bleek dat niet iedereen de hele maand zou gaan afmaken.

Het boek Saturnusplein 3 bestaat uit vier delen. Iedere week werd een volgend deel besproken en stelde onze coördinator Sanne een aantal vragen waar we allemaal in het weekend op konden reageren.

Over dit boek is genoeg te zeggen

Voor mij voelde het wat geforceerd om het boek in delen te bespreken. Vooral misschien met dit boek, waar het pas echt los gaat in deel drie. De eerste twee weekenden waren daarom nog een beetje voor spek en bonen. En spoilers weggeven mocht niet, dat was soms best even op mijn tong bijten. Als ik het boek niet al had gelezen (net als een paar anderen trouwens), zou ik het waarschijnlijk in een paar dagen hebben uitgelezen. Want om nou steeds weer te stoppen na een deel en een week later opnieuw tijd te maken om verder te lezen …

Origineel en inspirerend vond ik het dat Sanne elke week een aantal vragen lanceerde in het discussie-topic. Na het verstrijken van een deadline stroomden de mailtjes met nieuwe vragen en de eerste reacties binnen en logde ik snel in om de vragen te beantwoorden. Bij de eerste ronde was het nog een beetje inkomen, maar de vragen werden steeds beter en de discussie kwam steeds verder op gang. Boeiend om te lezen hoe de andere vrouwen dit boek hebben ervaren en hoe ze tegen de hoofdpersoon en haar gedrag aankeken. Over dit boek is genoeg te zeggen.

Nu rest het schrijven van een recensie

En nu is het uit. En hebben we onze meningen gevormd. Het laatste wat we nog doen is een recensie schrijven die we kunnen uploaden in het recensie-topic. Hier kunnen we de evaluaties van elkaar reviewen en aanscherpen. De Schrijversacademie zal een deel van deze recensies publiceren via sociale media en de recensies worden geplaatst op Hebban en bol.com.

Ik kijk terug op een mooie maand waarin we met elkaar een bijzonder boek hebben besproken. Een van de dames merkte, na het lezen van mijn (concept)recensie, op dat de vier discussiefases erg nuttig en leuk zijn gebleken, nu zo achteraf bezien. Dat we er in de loop van de maand met elkaar ingegroeid zijn, wat leidde tot steeds meer diepgang in de discussies. Houd je van lezen en deel je graag je leeservaring met anderen, meld je dan zeker aan voor de volgende boekenclub. Maar niet allemaal tegelijk, want ik hoop dat er ook voor mij nog een plekje overblijft!

Over Annemarie Smits

Annemarie Smits volgt bij de Schrijversacademie de opleiding tot redacteur. Ze werd geselecteerd voor de eerste boekenclub van de Schrijversacademie waarbij een groep van 13 studenten de uitdaging aanging om het nieuwste boek van Josha Zwaan te lezen en uitvoerig te bespreken.