Schrijftips per genre – door onze docenten

We sluiten de adventskalender af met schrijftips! Een paar docenten geven hun nummer 1 tip voor het schrijven in hun favoriete genre. Lees snel verder…

Olga Majeau over familieverhalen schrijven

Welk conflict kent jouw familieverhaal? Zet een tijdlijn uit en kijk of deze het conflict dient.

Anke Kranendonk over het schrijven van kinderboeken

Schrijven voor kinderen betekent kijken en luisteren! Maak de komende feestdagen aangenaam en leerzaam! Zijn er kinderen in je gezelschap: observeer ze, luister goed en geniet.Laat je verrassen door hun taalgebruik en omgang met elkaar. Het is allemaal inspiratie voor je werk.

Jowi Schmitz over het schrijven van Young Adult boeken

Een oefening: ga naar een Young Adult film en noteer wanneer het publiek lacht. Kijk of je de lach deelt. Schrijf dan jouw eigen versie van de scene waarom gelachen werd.

Carla de Jong over het schrijven van thrillers

Hoe kies je een thema voor je thriller? Volgens N. Frey die How to write a damn good thriller schreef, doen thema’s uit de populaire cultuur het goed in thrillers. Lees dus de koppen van tabloids, kijk naar series en films die zich op een breed publiek mogen verheugen. Let vooral op thema’s die appelleren aan een gevoel van onrechtvaardigheid, die vormen vaak een heerlijke motor voor een pageturner. En ten slotte: kies in elk geval een thema dat jou intrigeert. Je zult je er immers lange tijd mee bezig moeten houden.

Martijn Lindeboom over het schrijven van fantasy

Als je een fantastische, andere wereld wilt bedenken en uitwerken pas dan de ‘Wat als?’-vraag toe. Dat kan klein zijn (‘Wat als mijn hoofdpersoon als enige in de wereld gedachten kon lezen?’), iets groter (‘Wat als we in 1969 al een permanente maanbasis gesticht hadden?’) tot wereldomvattend (‘Wat als de Griekse Goden werkelijk bestonden en tot nu toe aanwezig waren in onze wereld?’). Als je die centrale ‘Wat als?’-vraag hebt gesteld, kun je eindeloos doorgaan met het beantwoorden en consequenties toevoegen, waardoor – zelfs met een kleine wijziging – jouw wereld echt anders wordt dan onze werkelijkheid (en die in andere verhalen).

Lichies en lampies – een kerstverhaal van René Appel

 

‘Ja, kijk, een jaar of wat geleden is het klein begonnen. Kees en Diny, van hiernaast, die zetten een kerstboom in de tuin met allemaal lichies, lampies en slingers. Toen konden wij natuurlijk niet achterblijven. Dus het jaar daarop wij ook een kerstboom in de voortuin, een flinke grote, met een Kerstman ernaast, een halve meter hoog ongeveer en verlichting van binnenuit, dus dat stond fantastisch. En wat krijg je dan? Precies, dat anderen mee gaan doen. De sneeuwbal ging rollen, zal ik maar zeggen. Sneeuw… kerst, je begrijpt het wel.

Dat is ook wel wat voor dit straatje. Het is nog geen honderd meter, denk ik, en allemaal mensen die het gezellig willen hebben met mekaar. Nou ja, allemaal… Maar daar kom ik straks nog op. Met kerst dan jutten we mekaar een beetje op. Ook als het Nederlands elftal speelt op een EK of een WK, dan wordt deze hele straat compleet oranje, ik zweer het je. Een buurtbarbecue, zo’n groot tv-scherm in een tuin en dan met z’n allen kijken. Een biertje erbij, een paar bakken chips, nootjes. Daar doe je het allemaal voor, hè, voor de gezelligheid.

Maar goed, met kerst is het anders. Dan is er één avond dat iedereen buiten komt, als alles hangt en staat, dat is ondertussen traditie. Dan hebben we warme chocolademelk, Jägermeister en glühwein. Misschien dat jij denkt dat we elkaar een beetje gek zitten te maken met al die kerstspullen, maar we vinden het gewoon hartstikke leuk en dat is het ook.

Nadat wij eenmaal begonnen mee te doen met Kees en Diny, gingen er steeds meer meedoen. Kijk, hier heb ik wat foto’s. Zie je, al die slingers, lichtslangen, hier bij Ton en Henny, die hadden een levensgrote kerststal in de voortuin staan. Wij hadden een kerstman die “Ho, ho, ho” kon zeggen, “Ho, ho, ho”, en die met een bel rinkelde. Niet de hele tijd natuurlijk, maar ik had het zo geregeld dat ik, terwijl ik in de kamer zat, een schakelaartje om kon zetten als er iemand langskwam. In het begin schrokken mensen zich het leplazarus. Echt, hartstikke geinig. Kijk, hier een hele arreslee van lichtslangen. Fantastisch toch! O ja, deze, die is ook mooi, een kerstdorp in de bergen. Met een skilift, die ook echt werkte. Die is van Harry, m’n zwager. Een uren dat-ie erin gestoken heb! Ook om wat te doen te hebben, hoor. Een jaar eerder was z’n vrouw overleden, Mieke, de zus van mijn vrouw. Moet je deze foto ’s zien… een ijsbeer met een jong op z’n rug, net echt. Nou ja, ze worden van binnenuit verlicht, dat heb je met een echte ijsbeer natuurlijk niet. Haha, geintje.

De hele straat deed dus mee, behalve die van nummer zeventien. Hij woont daar in z’n eentje en bemoeit zich nergens mee. Feestjes, buurtbarbecue… hij is er nooit. Z’n voortuin stelt ook niks voor. Geen bloemen, geen planten, geen boompies, niks. Vitrage voor ’t raam en als-ie ´s avonds thuis is, gaan de gordijnen dicht. Alsof-ie wat te verbergen heb. Maar die doet dus niet mee. Slingers, kaarsen? Vergeet ’t maar.

Daar hadden we al de pest over in, over die spelbreker, maar helemaal toen die wedstrijd kwam, van de tv. Welke straat de mooiste kerststraat… ja, verdomd moeilijk uit te spreken… welke dus de mooiste kerststraat van Nederland is. En met die tuin van nummer zeventien erbij lijkt die van ons net een mooi gebit met één rotte tand erin. Zo is het toch? Heb ik gelijk of heb ik gelijk? Dus de nacht voordat ze van de tv zouden komen filmen, hebben we die hele tuin van nummer 17 vol gezet met kerstspullen die we nog over hadden. Ton legde een paar snoertjes voor de verlichting want hij woont op nummer vijftien.

En wat denk je? De volgende ochtend, nog voor die mensen van de tv kwamen, had die kloo… nee, laat ik het netjes houden… had die kerel het allemaal weer weg geflikkerd, gewoon op de stoep gezet. Kreeg je weer die ene rotte tand. D’r was ook niet met hem te praten, hoor. Volgens Ton kan er nog net “goeiemiddag” of “goeienavond” vanaf, maar meer ook niet.

Maar goed, we hadden ons dus opgegeven voor die wedstrijd en echt… het zag er fantastisch uit. Dat licht… bij mekaar wel duizenden LED-lampies, al die lichtslangen, die versieringen, niet één, maar wel drie arresleeën, een draaiende kerstboom bij Eric en Ankie in de tuin, muziek, alles in dat kleine stukkie straat. En dat hebben ze dus allemaal gefilmd voor die wedstrijd. Ik ben zeg maar zo’n beetje de centrale man geworden, dus ze wilden een interview met me over hoe het zo gekomen was en ook of het niet een beetje te ver ging. Ik heb zeker wel een kwartier met ze zitten praten en ze begrepen het, dat het gewoon leuk was, over die zeikerd van nummer zeventien geen woord.

Toen kwam dus de uitzending, in Hart van Nederland. Met een heel ploegie zaten we te kijken bij Kees en Diny. Pilsje erbij, glaasje wijn, een knabbeltje… Er waren drie finalisten en wij waren één van die drie. Verschrikkelijk spannend. Voor de winnaar lagen er duizend eurootjes klaar. Eerst wat gebabbel vooraf over kerst en kerstversieringen en toen maakten ze bekend wie nummer drie was. Een straat ergens in de Achterhoek, Doesburg of zo. En toen kreeg je reclame. Ik zat mezelf op te vreten van de zenuwen, want daarna zouden ze zeggen welke straat nummer één was, dan was meteen duidelijk wie twee was. Nou ja, jij weet het al. Wij waren tweede geworden. Toen klonken er wel een paar stevige vloeken, kolere nog aan toe.

En weet je wat het ergste was? Onze straat lieten ze wel zien, met al die versieringen en zo. Prachtig allemaal. Maar van dat interview met mij kwam geen seconde op tv. En wie wel, om minutenlang te vertellen waarom hij niet meedeed? Precies, die eikel van nummer zeventien.’

Over René Appel

René Appel publiceerde 24 misdaadromans, drie verhalenbundels en twee jeugdboeken. Zijn laatste verhalenbundel is ‘Joyride en andere spannende verhalen’ (2016). Oktober 2018 verschijnt ‘Dansen in het donker’, bestel het boek hier. Een ‘gewone’ roman, dus geen thriller, maar wel een echte Appel.

René Appel is lid van de Adviesraad van de Schrijversacademie.

Fantastische boekentips voor de feestdagen – door Martijn Lindeboom

Drie keer drie boekentips

Mijn favoriete genre is sciencefiction, kort daarop gevolgd door fantasy. Gelukkig maar, aangezien ik de opleiding Fantasy en Sciencefiction schrijven geef bij de Schrijversacademie. In het kader van de Schrijversacademie-advent heb ik drie keer drie boekentips voor tijdens de feestdagen.

Niet bij iedereen zullen de speculatieve genres even bekend zijn, daarom heb ik drie niveaus in mijn aanbevelingen aangebracht. Allereerst heb ik een aantal boekentips voor lezers en schrijvers die de fantastische genres nog helemaal niet kennen maar wel nieuwsgierig zijn (let op: de meeste genreboeken zijn wel behoorlijk lijvig). Daarna een paar klassiekers die elke serieuze SFF lezer in zijn boekenkast zou moeten hebben. En ten slotte een stel aanraders voor doorgewinterde fans die wel eens van de gebaande paden willen afstruinen.

Introductieboeken

De beer en de nachtegaal

Om in de winterse sferen van deze feestdagen te blijven: De beer en de nachtegaal van Katherine Arden, een verhaal – een sprookje voor volwassenen – dat speelt in middeleeuws Rusland. Uitstekend geschikt om tijdens Kerst kennis te maken met fantasy.

The Expanse

Ook koud, maar dan omdat het vooral in de ruimte speelt, is de serie The Expanse (ook uitstekend tot serie gemaakt), beginnend met Leviathan ontwaakt, geschreven door het duo James S.A. Corey. De rivaliteit tussen Aarde, Mars en de bewoners van de asteroïdengordel wordt op scherp gezet als er een gevaarlijk protomolecuul van buiten ons zonnestelsel wordt ontdekt. Spannend, toegankelijk en erg goed uitgewerkt.

De twaalf koningen van Sharakhai

Heel andere koek dan: we gaan naar de hitte van de woestijn, waar De twaalf koningen van Sharakhai zich afspeelt. Auteur Bradley Beaulieu schetst een interessante, deels op Duizend-en-een-nacht gebaseerde, wereld en heldin Çeda, die de geheimen van de twaalf koningen probeert te ontwarren.

Klassiekers voor iedereen

In de ban van de ring

Het absolute basisboek van de fantasy (hoewel zeker niet het eerste) is natuurlijk In de ban van de ring van de Britse auteur J.R.R. Tolkien. Epische fantasy met alle klassieke elementen: een queeste, fantastische wezens, een duistere,

verschrikkelijke tegenstander met enorme legers en een oorlog van goed tegen kwaad. De meeste mensen zullen in elk geval de films kennen, die vrijwel elke Kerst weer herhaald worden op televisie.

Duin

In de sciencefiction is de Duin-serie van Frank Herbert een van de absolute klassiekers. Weer een woestijnwereld, maar heel anders uitgewerkt dan Sharakhai. De Atreides-clan krijgt het beheer over de planeet Arrakis (in de volksmond Duin genoemd), waar de specie gewonnen wordt: een drug die mensen langer laat leven en soms voorspellende gaven wakker maakt. Dat gaat natuurlijk niet zonder slag of stoot, want de vijandige Harkonnen-familie moet vertrekken en zweert wraak, terwijl in de woestijn de geheimzinnige Vrijmans zich schuilhouden. Verfilmd en tot serie gemaakt, maar nooit werd de visie van Herbert echt gevangen.

1984

Het dystopische subgenre is enorm populair geworden, vooral bij YA-lezers, door series als De Hongerspelen en Divergent, maar de oervader van het genre is 1984 van George Orwell. Naast het verhaal van de onderdrukking door Big Brother (een term die iedereen kent) is het een ideeënroman die diep in de menselijke psyche graaft. Vooral de uitwerking van Nieuwspraak – de taal die langzaam door de heersers ingevoerd wordt en waarin je je niet opstandig kunt uitdrukken – is briljant. Ook verfilmd, heel goed gedaan, maar niet voor een gezellig avondje.

De diepte in

Het recht van de Radch

Heb je al aardig wat SF en fantasy gelezen en wil je meer de diepte in, dan is Het recht van de Radch van Ann Leckie misschien iets voor je. Het boek bevat veel verschillende ideeën (zoals AI met meerdere lichamen, een Dysonbol, omgedraaide genderprioriteiten en SF economie) en twee verhaallijnen in verschillende tijden. Hoofdpersoon Breq is enigmatisch, maar goed uitgewerkt en interessant.

The Tensorate

De als non-binair en queer identificerende JY Yang uit Singapore schrijft aan een serie novelles: The Tensorate (nog niet vertaald). Het openingsverhaal The Black Tides of Heaven is een vervreemdende kennismaking met een op het Verre Oosten gebaseerde fantasiewereld waar de zon meerdere keren per dag opkomt en ondergaat en waar verschillende vormen van magie en technologie op elkaar inwerken. Prachtig uitgewerkt, sfeervol en dynamisch, maar niet makkelijk te doorgronden.

The Quantum Thief

De Finse auteur Hannu Rajaniemi schrijft nog een stapje hermetischer in zijn Jean Le Flambeur-serie. De opening van The Quantum Thief is verwarrend en suggereert al een groot aantal ideeën (van game theory en de werking van geheugen, tot uploading en Von Neumann-machines), waardoor je snel moet schakelen als lezer. Als hoofdpersoon Jean door Oortwolkkrijgster Mieli en haar levende ruimteschip Perhonen uit de Dilemmagevangenis gered wordt, gaat het verhaal pas echt los.

Dit zijn maar negen van de duizenden geweldige boeken uit het fantastische genre. Als je tips wilt, laat me dat dan weten!

Fijne feestdagen en alvast een fantastisch 2019.

Martijn Lindeboom


Over Martijn Lindeboom

Martijn Lindeboom debuteerde in 2005 met zijn historische fantasyboek De legende van de Zwarte Wolven. Sindsdien zijn er nog acht boeken van zijn hand verschenen. Vijf historische verhalenboeken (gebaseerd op archeologie en/of geschiedenis), twee fantasyboeken, één thriller en een non-fictieboek over het schrijven van fantasy en sciencefiction. Het boek Lagen in Stad werd in 2014 uitgeroepen tot Beste Groninger Boek. Naast boeken zijn er meer dan tachtig van Martijns verhalen gepubliceerd in tijdschriften, bundels en als luisterboek of ebook.

Vanaf 2011 organiseerde Martijn de grootste schrijfwedstrijd voor sciencefiction-, fantasy- en horrorverhalen in de Lage Landen: de Harland Awards (voorheen de Paul Harland Prijs). Ook heeft hij een aantal keer verschillende schrijfwedstrijden gejureerd en sinds 2013 geeft hij regelmatig workshops en cursussen over het schrijven van fantasy en sf. Deze ruime ervaring, gecombineerd met het enorme aantal boeken op zijn gelezen stapel, bracht hem er toe om voor de Schrijfbibliotheek van uitgeverij Atlas Contact het boek Hoe schrijf je fantasy en sciencefiction? te schrijven. Dat deed hij samen met Debbie van der Zande, die als redacteur en veellezer haar eigen ervaring aan het boek toevoegde.

Als docent van de Schrijversacademie geeft Martijn de specialisatie ‘Fantasy en sciencefiction schrijven’ Martijn zal je verder helpen je fantasie in te zetten om geweldige verhalen te schrijven.

 


Lees de nieuwste blog van Martijn Lindeboom over zijn bundel: Van opleiding naar bundel.

Ga terug naar het overzicht van alle blogs

Winnen doe je zo – door Gert-Jan van den Bemd

Voordat Gert-Jan van den Bemd debuteerde met een roman, schreef hij verhalen die regelmatig bij schrijfwedstrijden in de prijzen vielen. Hoe doe je dat, een schrijfwedstrijd winnen? Gert-Jan licht drie tipjes van de sluier op.

Tip 1

Wees origineel. Natuurlijk gaat er een schokje van opwinding door je lijf als je een ingeving krijgt. Jammer, maar waarschijnlijk heeft meer dan de helft van jouw concurrenten datzelfde schokje gevoeld, bij precies dezelfde ingeving. Verwerp het idee en begin opnieuw.

Tip 2

Hou het kort. Bij een populaire verhalenwedstrijd krijgt de jury honderden verhalen voor haar kiezen. Ik heb zelf ook een paar keer aan die kant van de tafel gezeten en echt, een auteur die het lef heeft om ver onder het maximaal aantal woorden te blijven, wordt gezien als een held en heeft al een voorsprong.

Tip 3

Draai het om. Je bent klaar. Prachtig verhaal, niks meer aan doen. Of toch wel? Keer het eens om. Begin met het eind, sluit af met het begin. Is het zo niet veel verrassender en spannender?

Deze tips direct toepassen? Schrijf een verhaal van maximaal 500 woorden voor onze wedstrijd ‘De bruiloft’ die we in samenwerking met Schrijven Magazine organiseren, en maak kans op een schrijfopleiding t.w.v. €2245,00!  Lees hier hoe je mee kan doen

Over Gert-Jan van den Bemd

Gert-Jan van den Bemd (1964) werkt als schrijver, wetenschapsjournalist, redacteur en kunstenaar in Breda. Zijn korte verhalen verschenen in tientallen verzamelbundels en literaire tijdschriften, en werden diverse malen bekroond in België en Nederland. Zo won hij de eerste prijs van het International Literature Festival Utrecht (ILFU) 2017 en de Aspe Award 2016. Gert-Jan debuteerde dit jaar met de spannende psychologische roman De Verkeerde Vriend.