Boekje – Stefan Nieuwenhuis

Boekje

Dichters zijn het gewend. Die hebben vaak, meestal of altijd een opschrijfboekje bij zich. Ideaal voor de mooie zinnetjes, de poëtische invallen of de gedachten die onthouden moeten worden. Je bent immers de hele dag een dichter, niet alleen als je achter je laptop zit of als je met een ganzenveer aan de schrijftafel zit te peinzen – om het romantische beeld in stand te houden.

Schrijvers hebben minder vaak een boekje. Misschien omdat ze van de grote gebaren zijn, of de meer algemene lijn. Terwijl juist ook voor een schrijver een mooi opschrijfboekje een verrekte handig ding kan zijn. Net zo goed voor het ene zinnetje dat er zomaar ineens tussendoor komt, onderweg, bij de koffie of in de supermarkt. Of voor een uitspraak die je oppikt. Of een idee voor een verhaal, een lus tussen hoofdstukken of zoiets. Sommigen zeggen: in die gevallen pak ik mijn telefoon en spreek het in. Dat kan, maar dan orden je je gedachten anders. Dat ontdek je pas als je met een boekje gaat werken.

Ik weet ook wel dat dit geen argument is dat je meteen over de streep trekt. Dat nu niet iedereen stante pede naar de winkel rent, maar het is toch belangrijk genoeg om even te noemen. Het is één van de voordelen. Let maar op: je schrijfcollega’s met een notitieboekje hebben weer andere positieve ervaringen. Dus toch maar snel een mooi exemplaartje aanschaffen. Op de eerste bladzijde zet je dan:

proberen is altijd de moeite waard.

Stefan Nieuwenhuis

 


Lees meer over Stefan Nieuwenhuis: klik hier

Ga terug naar het overzicht van alle blogs

Nummer 1 schrijfwedstrijd – DOS

De liefde van haar leven

“Dat mag ik alleen zeggen als jullie het nadrukkelijk vragen” zegt de arts. “Hebben jullie niets gezien?” Hij schuift het echoapparaat terzijde.
“Jullie krijgen een zoon” zegt hij.

We rijden naar huis.
“We moeten het aan Pien vertellen” zeg ik tegen mijn man.
Hij lacht. “Ga jij het maar aan Pien vertellen”.

Ik zit naast Pien op de vloer. Ze kijkt mij aan. “Je krijgt een broertje” zeg ik.
Ze likt mijn hand. Ik aai haar oortjes. Ze staat op. Ze loopt naar haar mand en gaat zuchtend liggen.

Kees wordt geboren. Pien kent geen kindertjes.
Kees blijkt de reden van haar bestaan.
Ze besnuffelt hem. Staat te trappelen van opwinding. Ze wil Kees van boven tot onder aflikken. Ze ligt naast Kees op het babykleed. Ze slaapt naast zijn box. Ze houdt toezicht als Kees baddert en gaat ‘s ochtends kijken of hij al wakker is. Zet Kees het op een schreeuwen, dan loopt ze zacht piepend heen en weer. Pien is gek op Kees.

Als Kees kan lopen gaan we op een dag naar het strand. Kees en Pien lopen allebei los. Ik loop naar de vloedlijn. Maar Kees komt niet. Hij wil naar het klimrek dat bij een strandtent staat. Ik loop langzaam naar zee. Kees holt naar het klimrek. Als ik mij omdraai zie ik Pien staan. Ze kijkt naar mij. Ze kijkt naar Kees. Ze kijkt nog een keer naar mij. Dan loopt ze resoluut in de richting van Kees. Kees is de baas.

Kees heeft iets gedaan wat niet mag. Ik zit op mijn knieën voor hem. Ik leg uit wat wel en niet mag.
Pien komt uit haar mand en duwt haar neus in mijn gezicht. Ze kwispelt. Ik duw haar zachtjes opzij. Weer duwt ze haar neus in mijn gezicht.
Van Pien mag Kees alles.

De dierenarts bekijkt de uitdraai van het lab. Ze schudt zwijgend haar hoofd. Pien is ziek, té ziek. We maken een afspraak voor de volgende dag.

Ze ligt op de grond van de behandelkamer. Onrustig, hijgend van de pijn. Ik aai haar.
De dierenarts komt binnen en laat de deur op een kier.
Kees zit bedremmeld in de wachtkamer. Zijn beentjes bungelen heen en weer.
Door de halfopen deur staart Pien naar Kees. Ze wordt rustig.
De dierenarts geeft een slaapmiddel.
Starend naar Kees glijdt ze langzaam onderuit.
Alles is goed.
Kees is er.

 


Lees hier de brief van de nummer 2:
Zonder titel – Liberty Biesma

Lees hier de brief van de nummer 3:
Pruimentaartje – Claudia C. Maser-Grabner

Meer informatie over de schrijfwedstrijd

Ga terug naar het overzicht van alle blogs

Nummer 2 schrijfwedstrijd – Liberty Biesma

‘Tja, wat is liefde?’ vraagt Frederick. Hij slikt hoorbaar en staart schuin naar het plafond. ‘Is het de fysieke uitvoering van de belofte “tot de dood ons scheidt?” In die eed gevangen zitten terwijl je na je werk stiekem een half uur omrijdt om op de parkeerplaats in het bos je heil te zoeken bij een ander? Sorry schat, het was vreselijk druk op de weg.’ Er vormen zich rode vlekken in zijn gezicht en glinsterende pareltjes op zijn voorhoofd.

‘Jouw kijk op liefde is romantisch maar ook ouderwets. Verliefd, verloofd, een ring, een dominee, een witte trouwjurk en eeuwigdurend geluk. Een utopische droom. De werkelijkheid is anders, dat weten we allemaal. Maar liefde is veel meer dan wat de wensdromen ons vertellen. Liefde is een toevoeging, geen beperking. Je moet zeker geen stiekeme dingen doen, maar wel over je verlangens durven praten. Ik geef je straks een van mijn gepubliceerde artikelen mee als huiswerk.’ Zijn ogen richten zich op de psychologische tijdschriften die tegen de muur van mijn praktijk staan uitgestald. Al snel dwalen ze terug naar mijn dijen, verlangend naar de perfecte inkijk. ‘Denk eens terug aan je kindertijd op de lagere school. Was het niet heel gemakkelijk om zomaar met anderen te gaan spelen? Elkaar meenemen in fantasieën en samen optrekken, thuiskomen en je moeder vertellen dat je een vriendje hebt gemaakt? Er waren geen lijsten met ingekleurde eigenschappen en voorkeuren die moesten matchen. Je veegde elkaar niet naar links of rechts, je vond elkaar aardig of niet. Een heerlijke eenvoud.’

‘Maar een goed datingprofiel helpt toch juist om een goede partner te vinden? Ik mis gewoon liefde in mijn leven en wil iemand om samen compleet te zijn.’
‘En daar noem je een belangrijk punt. Samen compleet zijn. Ben je nu niet compleet? Mist er iets in je lichaam? Val je om omdat maar één been hebt? Of zoek je eigenlijk iemand om een leegte op te vullen?’
‘De leegte Jasmijn … ik voel me zo alleen.’ Zijn ogen dwalen af naar de grond en zijn schouders zakken net als zijn zelfvertrouwen als een plumpudding in elkaar. De lichaamstaal die vertelt dat we op de pijnplek zijn aangekomen. Een gebrek aan zelfvertrouwen wat leidt tot isolement.
‘Je noemt nu de eenzaamheid als ongewenste omstandigheid waarvoor je een oplossing zoekt in de vorm van een partner. Een vrouw in jouw geval.’
‘Ja, zo kun je het wel samenvatten.’ Ik kijk hem in zijn ogen en zie een hoopvolle fonkeling. Het is best een aantrekkelijke man. Jammer van die onzekerheid.
‘We gaan dit samen aanpakken Frederick.’ Ik lach hem speels toe, een lichte flirt, en breek daarmee de barrière tussen cliënt en therapeut. Even spelen met de verboden overdracht voor het beste resultaat. ‘Kom we gaan aan de koffietafel staan om een spel te doen.’ Ik pak twee blaadjes en schrijf er vijf vragen op. ‘Let op Frederick, geef korte eerlijke antwoorden.’ Hij knikt. ‘Ok, vraag één: Wat is liefde voor jou?’ We schrijven snel onze antwoorden op.

‘Samen een leven delen, trouw en open,’ zegt hij voldaan.
‘Ik heb wat anders. Mijn eigen leven leiden, samen met mijn partner, maar niet monogaam.’ Ik lach omdat hij zich bijna verslikt in mijn antwoord.
‘Vraag twee: Ben je romantisch? Snel krabbelt hij wat steekwoorden op zijn blad.
‘Ja, ik hou van reizen, wandelen op het strand, een glas wijn bij het haardvuur met mooie muziek.’ Ik steek mijn wijs en middelvinger in mijn mond en maak een kots geluid. Hij kijkt me verschrikt aan. ‘Jij houdt daar niet van?’
‘Nee, ik hou niet van romantiek. Niet op die manier. Ik hou van een gekookt eitje op een Kaiserbroodje met roomboter en een glas sinaasappelsap op zondagmorgen voor ik ga hardlopen.’ Hij schudt lachend zijn hoofd.

‘Vraag drie: Van welke muziek hou je?’
‘Klassiek, piano, top 40.’ Zijn ogen staan afwachtend, bijna bezorgd.
‘Death Metal.’ Ik kijk hem uitdagend aan, bijna spottend.
‘Vraag vier: Samen oud worden?’
‘In liefde en trouw, zegt hij enthousiast.’
‘Nope. Ik geloof in nu. Niet in sprookjes.’
‘Vraag vijf: Kinderen?’
‘Op den duur, als we getrouwd zijn.’
‘Ik haat kinderen en ik trouw niet.’
‘Bonusvraag: Swipe je naar links of rechts?’
‘Rechts.’
‘Ik ook.’

 


Lees hier het verhaal brief van de nummer 3:
Pruimentaartje – Claudia C. Maser-Grabner

Meer informatie over de schrijfwedstrijd

Ga terug naar het overzicht van alle blogs

Nummer 3 schrijfwedstrijd – Claudia C. Maser-Grabner

Pruimentaartje

Elza zag zichzelf weerspiegeld in de ruit van de intercity en trok haar hoofddoekje recht. Toen ze nog wat haar had bleef het beter zitten, maar met deze biljartbal gleed het alle kanten op. Misschien kon ze vrijdag op de markt een stugger doekje vinden, of wellicht toch een pruik. Wat maakte het eigenlijk nog uit? Ze had besloten om voortaan 1e klas te reizen, de rust deed haar goed en het geld was niet meer belangrijk. Het landschap gleed voorbij. Bomen, huizen, spoorwegbomen, koeien. Hoe vaak zou ze deze rit nog maken en moest ze daar naar verlangen of tegenop zien? Ze dacht aan het feestelijke pruimentaartje dat thuis op tafel stond. Ze was helemaal niet dol op pruimen maar het lezen van het kaartje bij de patisserie had haar aan het lachen gemaakt en naar andere tijden gebracht. Liefkozend had Herman haar destijds ‘mijn pruimentaartje’ genoemd wanneer ze diep onder de dekens de weekenden doorbrachten. Elza zuchtte, het was alweer 3 jaar geleden dat hij de voordeur met een klap voorgoed achter zich dichtsloeg. Ze had het bij de dure patissier gekocht omdat zij hoopte dat er vandaag wat te vieren zou zijn maar helaas waren de uitslagen niet goed genoeg voor een taartje. In de coupé zat een oudere man. Ze had hem vaker in de trein en de kliniek gezien, blijkbaar had hij vandaag ook zin in de rust van de 1e klas. Vorige week in de lift hadden ze niet meer dan wat beleefde knikjes gewisseld. Elza had niet durven vragen welke behandeling hij onderging. Misschien werd hij wel helemaal niet behandeld en ging hij op bezoek bij een vriend of zijn geliefde vrouw. Ze keek alweer naar buiten toen ze bemerkte dat er iemand naast haar plaats had genomen. Het was de oudere man.

‘Je kijkt niet zo blij, was de uitslag teleurstellend?’, vroeg hij met warme stem. Zijn gezicht was gerimpeld, zijn haar kort en dun maar hij was verzorgd en rook heerlijk naar anijs. Elza trok haar wenkbrauwen op en antwoordde dat ze inderdaad geen goed nieuws had gekregen en voordat zij het wist vertelde zij hem alles wat ze haar familie en een enkele vriend niet durfde te vertellen. Hij knikte begripvol bij haar angsten en legde zijn rimpelige hand op haar onderarm toen ze na 20 minuten met het schaamrood op haar kaken de wens vertelde om nog eens bemind te worden. Hoe ze altijd te druk was geweest met haar carrière in de advocatuur en haar grote liefde had verwaarloosd. Dat hij haar ‘zijn pruimentaartje’ had genoemd en dat ze destijds geen idee had hoe heerlijk het was wanneer je geliefde dit fluisterde. Elza vertelde over de heftigheid van de laatste maanden, de adembenemende misselijkheid, het wachten, de donkere dromen en de eenzaamheid. Het gleed uit haar mond als een slang door het oerwoud. Onbevreesd, ze had niets meer te verliezen. Dit was de laatste fase van haar bestaan. Misschien was dit wel het enige moment dat ze haar diepste gedachten uit kon spreken zonder iemand te belasten. Deze vriendelijke oude man kende haar niet en zou over een aantal haltes uit haar leven verdwijnen. Zij zou een voorbijganger zijn, wellicht een verhaal op een verjaardag maar voor haar was hij pure liefde. Dit moment van eerlijkheid, van oprechte waarheid zoals zij deze zelfs niet voor de rechtbank had kunnen bepleiten, gaf haar bestaansrecht. Wanneer zij haar leven voor het onbekende had geruild, was er tenminste één mens die haar echt had gehoord. Elza keek hem aan en glimlachte, haar buik gloeide als een kop hete chocolademelk op een gure winterdag. Voorzichtig gleed ze met haar hand over zijn bovenbeen. Hij trok niet weg maar draaide zich wat verder naar haar toe. Ze keek in zijn blauwe ogen en begreep dat er vroeger meisjes in verdronken waren. Er was niemand in de coupé en als vanzelfsprekend legde hij zijn camelkleurige regenjas op haar schoot en streelde de binnenkant van haar been. Elza bloosde niet eens toen hij langzaam haar rok omhoog schoof en verheugde zich schaamteloos op het wachtende pruimentaartje.

 


Meer informatie over de schrijfwedstrijd

Lees hier het verhaal van de winnaar van de vorige schrijfwedstrijd:
Tot in de sterren – Dennis Biesma

Ga terug naar het overzicht van alle blogs