Van slush pile naar sales

Alsof ik een miljoen had gewonnen in de Staatsloterij, zo blij en opgewonden stapte ik het kantoor binnen van uitgeverij Boekscout te Soest om de auteursbijeenkomst bij te wonen. Een medewerkster die me hiervoor per telefoon had uitgenodigd, had me verzekerd, dat ze mijn manuscript ‘heel graag’ wilde publiceren. Eerder had een traditionele Amsterdamse uitgever, […]

Als je doet wat je altijd deed… krijg je wat je altijd kreeg – Door Nancy Olthoff

Als je doet wat je altijd deed… krijg je wat je altijd kreeg

Deze quote van Albert Einstein komt regelmatig terug in mijn debuutroman. Hoofdpersoon Herman durft niet veel meer dan spelen met zijn knikkerbanen, het huis grondig schoonmaken en fantaseren over pin-up meisjes, totdat… (cliffhanger). Over dat boek kan ik uren vertellen, maar dat ga ik nu niet doen. Die quote, dáár wil ik het over hebben.

Op een van de Schrijversdagen zei een mevrouw in het publiek tegen een debuterend schrijfster: ‘Voor jou is het makkelijk, jij ként mensen’. Terwijl ze in een zaal zat die gevuld was met uitgevers, literair agenten, schrijvers en andere sleutelfiguren uit het boekenvak. Tijdens de lessen hoorde ik cursisten verzuchten: ‘Ik heb wel een idee, maar ja, ik heb het zo druk.’

Er zijn genoeg redenen te bedenken waarom het jou niet zou lukken een boek te schrijven. Faalangst, een drukke agenda, een vol hoofd, geen schrijfplek en het eeuwige ‘Wie denk ik wel niet dat ik ben, wie zit er nou op mijn verhaal te wachten?’ Ik ken ze vrijwel allemaal en heb mijzelf er lang mee voor de gek gehouden. Totdat ik er echt niet meer omheen kon en het verhaal dat in mijn hoofd en hart zat eruit móést. Ik schreef een paar maanden non-stop, stuurde het manuscript naar een literair agent, kreeg een contract en vond een fijne uitgever. Ik danste zelfs op het Boekenbal, iets wat ik stiekem al jaren visualiseerde, toen ik nog geen letter op papier had.

Als je van een afstandje kijkt, lijkt het een succesverhaal. Ik weet wel beter. Je ziet niet hoe eenzaam ik me heb gevoeld, het onverwerkte verdriet dat omhoog kwam, de opofferingen, de onzekerheid, de haken en ogen van debuteren. Het wachten op een reactie en maandenlang niks horen, om jezelf nog net niet huilend van spanning op te peppen om het agentschap te bellen… om er vervolgens achter te komen dat ze het manuscript door een technische storing nooit ontvangen hebben 😉

Je moet een goed idee hebben, hard werken, het thuisfront overtuigen, jezelf uit een schrijfdal kunnen trekken, research plegen, de juiste mensen opzoeken, een bak geluk hebben en doorzetten als het de eerste keer niet lukt. Net zolang tot het wél lukt en een agent of uitgever iets in je verhaal ziet. Word je al moe bij de gedachte, of hou je het liever bij een beetje fantaseren? Begin er dan niet aan. Maar als er ergens in jou een kiempje van een verhaal zit dat klaar is om te ontspruiten, laat je dan absoluut niet weerhouden door wat anderen zeggen, of door je eigen beperkende gedachten. Doe het, schrijf! Het leven is te kort om uit te stellen wat je wilt doen. Misschien ben jij de enige die het ooit leest, misschien schrijf je een bestseller. Maar doe het.

DEN HAAG – Portret van auteur Nancy Olthoff. FOTO EN COPYRIGHT HENRIETTE GUEST

Als Herman zou doen wat hij altijd deed, zat hij nu nog eenzaam in zijn knikkerkamer. En hoe mooi die knikkerbanen ook zijn, hoeveel troost knikkers hem ook bieden, er is nog een hele wereld vol mogelijkheden. Ook voor jou. Ik geloof in je, geloof je ook in jezelf?

Nancy Olthoff


Over Nancy Olthoff

Nancy is oud-student van de Schrijversacademie. Tijdens de opleiding schreef ze aan haar roman. Ook professioneel is ze altijd met schrijven bezig geweest. Door de jaren heen was ze radiomaker, interviewer, senior speechschrijver voor ministers, staatssecretarissen en CEO’s, strategisch tekstadviseur en gecertificeerd presentatiecoach. Haar debuutroman De achtbaantester is onlangs verschenen en werd lovend ontvangen.

Bestel het boek hier.

Ode aan de hoofdpersoon – door Levina van Teunenbroek

Mijn dappere ridder,

Toen je in mijn leven kwam wist ik direct dat je mij nooit meer los zou laten. Dat klopte, nog steeds beheers je zo nu en dan mijn leven. We hebben ook zoveel meegemaakt samen.

Je kwam onverwachts mijn hoofd binnenwandelen, zoals dat nu eenmaal gaat. Ik vertelde over je aan de kleine mensen die wel begrepen waarom dit een liefde was. Dat komt omdat zij boven alles heel “open minded” zijn, dat voelde veilig. Zij luisterden en stelden vragen waarop ik antwoord gaf. Die antwoorden nam ik dan weer mee naar huis. Daarmee speelden wij dan samen in mijn hoofd en op papier. Mijn vertrouwelingen vroegen regelmatig naar jou. En dan vertelde ik jouw verhaal.

Op een dag ontglipte jouw aanwezigheid aan de lippen van een kleine vriendin. Haar moeder viel als een blok voor jou, net zoals ik eerder deed. Zij vroeg mij om jou met haar te delen. Daar moest ik even over denken. Maar ik deed het en zo kwam het dat jij mij naast moed ook een bijzondere vriendschap bracht. Ik gaf jou je stem en zij gaf jou het gezicht dat ik zo liefheb. Ik vatte de moed om naar de schrijversacademie te gaan en geniet van alles wat ik daar leer. Zo kreeg ik vertrouwen in mijn woorden en kreeg ik meer durf.

Je brengt zoveel plezier, zoveel intieme warme momenten. Dat mogen wij niet voor onszelf houden. Dus we besloten jou de wereld in te sturen. Ik had er buikpijn van. Natuurlijk had ik al eerder geliefden losgelaten, maar het went nooit echt. Charlotte en ik hebben ons best gedaan je bij iemand te brengen die goed voor je zorgt, die net zo verliefd op je is. Dat is gelukt. Je bent er klaar voor. Klaar om heel veel peuters en kleuters zich te laten verwonderen. Om ze te laten lachen en fantaseren. Maar zeker ook om al die ouders, grootouders, juffen, meesters, ooms, tantes enz een lach te bezorgen. Ik heb er vertrouwen in. Laat ze een poepie ruiken!

Liefs,

Levina van Teunenbroek

PS Sorry voor de laatste zin, ik weet hoe gevoelig “billen-zaken” bij je liggen.

Student Levina Teunenbroek over haar eerste prentenboek ‘De ridder zonder billen’

Trots ben ik dat in april 2020 mijn eerste prentenboeksprookje ‘DE RIDDER ZONDER BILLEN’ in de winkel ligt.

Met prachtige illustraties van Charlotte Bruijn, Lottaland

Uitgeverij van Holkema en Warendorf, Unieboek Spectrum

Het avontuur dat Selfpublishing heet – door Pieter de Nooij

Selfpublishing is een interessante en intensieve ervaring

Na tien jaar schrijven en schaven (van 220.000 woorden naar 133.000) kreeg ik een cursus bij de Schrijversacademie cadeau. Erg inspirerend. Anderhalf jaar later pakte ik de draad weer op en werd de dertiende versie van het manuscript voltooid. Omdat de traditionele uitgeverijen het boek te complex vonden (‘Maak er maar drie boeken van’) besloot ik te gaan self-pubben.

Vijf redactieslagen, WordPress-dilemma’s en bloggen voor volgers

Self-pubben is een interessante en intensieve ervaring; je komt aan je nieuwe boek niet meer toe. Samen met het Haags Bureau onderga ik vijf redactieslagen. Met familie en vrienden wordt uitvoerig overlegd over de titel en de omslag, de flaptekst en de ankeiler. Je houdt je bezig met de dikte van het boek, want het moet door de brievenbus, dus lettertype, aantal regels en soort papier zijn van belang. En dan het optuigen van een website. Je kunt uitbesteden wat je wilt, maar als het framewerk staat, moet je zelf wel wat van WordPress weten om je blogs en foto’s te kunnen opladen. Om Tango van Bedrog interactief te maken zijn er per hoofdstuk afbeeldingen van locaties en filmpjes van historische gebeurtenissen te vinden. Met de QR-code op de achterkant kom je direct op de website. In de zes weken aanloop naar de publicatie schrijf ik iedere week een blog als trekker. Intussen zijn er 115 volgers.

Het boek aan de man brengen doe je ook helemaal zelf!

In mijn enthousiasme besluit ik tot een oplage van 1.500. Dus nu moet het promoten gaan beginnen. Dat begint met het aanschrijven van groepen in je netwerk, zoveel mogelijk met een persoonlijk tintje. Dan ga je naar LinkedIn, neemt een proefabonnement voor een maand op Professional en je gaat kennissen en kennissen van kennissen persoonlijk uitnodigen om aankondigingen te plaatsen in je netwerkgroepen. Je tuigt een nieuwe Facebook pagina op – ik had mijn eigen pagina drie jaar geleden opgedoekt – en je stort je in de wereld van de sociale media. Zelfs het kopen van advertentieruimte op Facebook sla je niet over. Je probeert zoveel mogelijk op bijeenkomsten even aandacht te vragen voor je boek en je deelt visitekaartjes uit waar de QR-code op staat.

De eerste week na publicatie

Inmiddels komen de eerste reserveringen binnen via Boekenbestellen/Pumbo. Je krijgt een prachtige recensie. De uitnodigingen voor de presentatie in Pulchri gaan er tijdig uit. Het eerste persbericht wordt aan het begin van de week van publicatie verzonden, het tweede persbericht de dag na de presentatie. Je belt de pers na en wacht af of je succes hebt. Nu gaat het erom of je signeersessies kunt organiseren in de boekhandel. Welke kies je en willen ze je wel hebben? De banner is al klaar.

Self-pubben is arbeidsintensief, de kosten gaan voor de baat uit en je krijgt ontzettend leuke reacties, ook van mensen buiten je netwerk. Maar ja, die 1.500 exemplaren moeten wel weg. Na één week zijn er 350 verkocht, Sinterklaas en kerst moeten nog komen!

Tango van Bedrog

In de bloedstollende ‘Corporate Thriller’ Tango van Bedrog van Pieter de Nooij (1951) is niets wat het aanvankelijk lijkt. De bonte verzameling van verhaallijnen, kunstig ingekleurd door situaties uit het verleden, leiden onontkoombaar tot een gordiaanse knoop waar zelfs heden en verleden nauwelijks meer te ontwarren zijn. De zwoel-erotische Zuid-Amerikaanse romantiek ontaardt al snel in een danse macabre, in een spel dat uitsluitend verliezers kent. Behalve dan degenen voor wie ieder verlies ondergeschikt is aan een niet te stillen honger naar macht om de macht of wraak om de wraak.

Het uitgeefproces (4) door Anne Ruhl

Vind je het leuk als we je manuscript uitgeven?

Heel even denk ik dat ik het gemaakt heb na het lezen van deze mail. Anne Ruhl, kinderboekenschrijfster. De bestsellers vliegen me in gedachten om de oren. Nu kan ik chocola gaan eten op de bank. De rest gaat vanzelf.
Heel even.
Ik schud mijn hoofd en raak lichtelijk in paniek. Vóór 1 augustus moet ik wel 30.000 woorden hebben en moeten alle verhalen kloppen. Ik leg de repen Tony Chocolonely maar even in de koelkast. Ik beloof mezelf na elk hoofdstuk een stukje.

De dappere zoon Frederik gaat appels plukken in het hoofdstuk waar hij ontdekt wie de grote oplichter is. Oeps, daar gaat het mis. In maart hangen er helemaal geen appels aan de bomen. Ik ga alle hoofdstukken door om de data naar oktober te veranderen.

De chaotische zus Roeltje wordt bedreigd. Het arme schaap leent geld van de verkeerde man. Dat komt haar duur te staan. Ze moet het bedrag binnen een maand terugbetalen. Ik print mijn hele manuscript. Aan het eind van het boek is het ook het einde van de maand. Komt dat even mooi uit. Het lijkt bijna niet zelf bedacht. Het bedrag van Roeltjes schuld verdubbelt dagelijks. Op mijn rekenmachine typ ik met een klein beetje leedvermaak haar groeiende schuld in. Arme Roeltje.

1 augustus: vol trots stuur ik de verbeterde versie op

De redacteur gaat met haar rode pen door mijn werk en ik hoop dat ze niet zoveel inkt nodig heeft. Onbevreesd open ik het mailtje met aanpassingen. Ik staar ernaar. Ik scrol. Ik knipper met mijn ogen om niet te gaan huilen. Zoveel! Mijn toch-wel-bijna-perfecte-boek is niet zo perfect als ik dacht. Er zijn veel verbeteringen aangebracht en ai, ook spelfouten uitgehaald.

Ik ren naar de koelkast. Waar is Tony als je hem nodig hebt?

De bestsellers verdwijnen uit mijn hoofd, maken plaats voor lelijke krantenkoppen. Vreselijke recensies. Of nog erger. Niks. Niemand die mijn boek wil lezen, niemand die het koopt. Ik slik. Gooi de lege verpakking weg en verman me.

Feedback is een cadeautje

Ik open mijn laptop weer. Nu niet meer met de intentie om hem over het balkon te gooien. Feedback is een cadeautje lees ik op een van de websites waar ik heen vlucht om maar niet naar de rode strepen te hoeven kijken.

Feedback is een cadeautje. Dat wordt mijn nieuwe motto.
Feedback is een cadeautje, mijn boek wordt er alleen maar mooier door.
Feedback is een cadeautje, mijn boek en mijn karakter worden er mooier van.

Ik kijk mijn angst recht in de ogen aan en lees trillend de rode letters nog eens.
Feedback is een cadeautje, echoot het in mijn hoofd. Ineens zijn de woorden in de kantlijn niet meer zo scherp en kan ik me in sommige opmerkingen wel vinden.
Ik pas aan en herschrijf. Als ik later de verhalen teruglees zijn ze veel mooier. De tekst is vloeiender en het geheel klopt.

Ik stuur mijn manuscript weer terug naar de uitgever.
Mijn koelkast vul ik met watermeloen en aardbeien. Vitamines zijn een cadeautje en strenge redacteuren ook.

Over de auteur

Anne Ruhl woont in Nieuw-Vennep met haar man en Italiaans windhondje. Als ontspanning leert ze Scandinavische talen. Op vakantie neemt ze uit ieder land een bijzondere theedoek mee die ze vervolgens nooit gebruikt, maar wel ophangt om mooi te zijn. In het najaar van 2015 startte ze met de Schrijversacademie om naast haar werk als leerkracht haar talenten verder te ontwikkelen. Haar debuut ‘Mevrouw Stip en Roeltje, de charmante oplichter’ zal in september 2018 uitkomen bij Buddy Books.

 

Lennekes wijze raad – door Muriël van den Berg

Daar staat ze. Op de hoek van de Roetersstraat en de Nieuwe Achtergracht. Haar roodbruine krullen wapperen door de wind. Ze draagt een klassieke spijkerbroek met een blauw wit gestreept shirt. Het is Lenneke. Ik wil haar aanspreken, wil haar omhelzen. Maar dat kan niet. Ze zou denken dat ik gek ben. Ik ken haar door en door, maar voor haar ben ik een vreemde.

Divagedrag en nuchterheid

Ik bof met Lenneke, onze vriendschap is pas een jaar oud maar voelt al heel hecht. We zijn samen gaan reizen zonder dat we elkaar goed kenden en zonder dat we wisten waar we precies zouden eindigen. Lenneke is gelukkig niet moeilijk. Ze houdt van lekker eten en drinken, bezoekt graag steden en is avontuurlijk aangelegd. Een tikje divagedrag compenseert ze door een dosis praktische nuchterheid.

En het is dankzij haar nuchterheid, dat het boek er nu is. ‘Waarom blijf je zo hameren op die 70.000 woorden’, vroeg ze op een onbewaakt ogenblik. ‘Er zijn toch ook korte thrillers, neem nou dat nieuwe boek van Boris Dittrich.’ ‘Ja Len, maar hij heeft al naam gemaakt’, verzuchtte ik. ‘Dan kun je dat doen. Als debuutauteur moet je gewoon een dikke pil schrijven, dat verwachten de lezers.’ ‘Niets daarvan’, besliste Lenneke. ‘Het is mijn verhaal en ik herken mezelf totaal niet in die ellenlange dialogen van jou. Het lijkt of er een of ander suf miepje aan het woord is. Zo ben ik helemaal niet.’ Ik knikte en gaf haar ruiterlijk gelijk.

Als Lenneke een romantisch type was geweest, was mijn boek er nooit gekomen

Vanaf dat moment ben ik pas echt gaan schrijven. Tijdens mijn dagelijkse treinreis van en naar Amsterdam Zuid vorderde Lennekes avontuur in New York gestaag. Zonder franje, zonder overbodige handelingen. En vooral zonder al teveel zelfkritiek. Ik ben echt blij dat Lenneke kort van stof is. Als zij een romantisch type was geweest, was mijn boek er nooit gekomen. Vertellen en vertonen, spannende dialogen en beeldend schrijven, het blijft voor mij een worsteling.

Nu het boek af is ben ik best trots. Maar tegelijkertijd voel ik een zweempje jaloezie. Lenneke staat altijd in het middelpunt van de belangstelling. Als auteur bevind ik mij op de achtergrond. Volkomen terecht overigens, want mijn eigen leven is niet zo opwindend. Lenneke doet onderzoek naar malafide praktijken in de financiële sector. Zelf werk ik voor een degelijke vermogensbeheerder, en ik zit eigenlijk altijd achter m’n bureau naar Excel spreadsheets te koekeloeren. En als ik al op reis ga, ren ik van meeting naar meeting en verveel ik mij op vliegvelden. Maar goed, zonder die verveling was Lenneke er niet geweest. Ze mag me wel eens wat dankbaarder zijn. Ik ga het haar direct vertellen.

Een thriller, daar is het toch veel te dun voor?

Niet begrijpend kijkt de jonge dame mij aan. ‘Lennekie? Who is Lennekie?’ Een toerist, ook dat nog. Voor ik het weet, sta ik met handen en voeten voor de zoveelste keer de weg naar Artis uit te leggen. Linksaf, over de Plantage Muidergracht. Als je de flamingo’s ziet, is het nog een paar honderd meter naar de entree. Kan niet missen. Ik ga Lenneke wel missen als ik volgende week met vakantie ga. Alhoewel, het is ook wel lekker om mezelf weer te horen denken. Al weet ik zeker, dat zij ergens in de Schotse Hooglanden plotseling opduikt en de regie overneemt. Lenneke is dol op spookkastelen. Daar kan ze haar fantasie zo lekker de vrije loop laten. Ter inspiratie ga ik thuis alvast een aflevering van Midsomer Murders kijken.

‘Lekker suf die serie’, constateert mijn vriend ‘s avonds, ‘maar echt helemaal jouw ding. Net als je boek, het is niet mijn genre maar ik vind het wel heel knap. Ik snap alleen niet dat je het een thriller noemt, daar is het toch veel te dun voor? En wie is nou die Lenneke? Heb jij haar weleens ontmoet?’

Over dossier O.I.

Met de start van het nieuwe jaar begint Lenneke aan haar eerste echte baan in de financiële sector. Ze gaat aan de slag voor bedrijf dat geld belegt voor Nederlandse pensioenfondsen. Al snel ontdekt ze dat een van de beleggingen van haar bedrijf niet in de haak is. Op eigen houtje gaat zij op onderzoek uit in New York. Dat had ze beter niet kunnen doen. Haar rustige leventje in Amsterdam is voorgoed verstoord. De financiële sector trilt op zijn grondvesten.

Over de auteur

Muriël van den Berg (1974) is geboren in Rotterdam en werkt als risk manager in Amsterdam, het hart van de financiële sector in Nederland. Dossier O.I. is haar eerste thriller. Zij was in 2016/2017 cursist aan de Schrijversacademie en volgde met veel plezier les bij Nicoline Baartman.

Van gruwelijke nachtmerrie naar prachtig boek – door Silvie Kamphuis

Het is bijna een jaar geleden dat mijn blik viel op een oproep op Facebook van Nikki Lee Janssen. Ze schreef dat haar naaktfoto’s en -video’s waren gestolen door een hacker. Deze onbekende probeerde haar te chanteren, om vervolgens zijn dreigementen kracht bij te zetten door alvast een pikant filmpje op Dumpert en Facebook te publiceren. Haar leven stond op zijn kop, maar Nikki wilde allesbehalve een slachtoffer zijn. Ze bond de strijd aan tegen de hacker, Dumpert, die haar privé-filmpje zomaar online had gezet, de politie, die haar maar niet serieus leek te nemen en ze wilde een boek schrijven. Een handboek voor iedereen die te maken krijgt met online shaming en kan leren van haar afschuwelijke ervaring. Zelf was ze alles behalve een schrijver, dus ze zocht iemand die haar verhaal kon verwoorden.

In de klappers las ik de e-mails van de hacker, de afschuwelijke commentaren van de reaguurders op Dumpert, de brieven van advocaten en de verbaasde reacties van vrienden en familie die haar naakt waren tegengekomen op internet.

Ik stuurde haar een bericht dat ik haar graag wilde helpen met links naar mijn blog antisleur en mijn portfolio en tot mijn grote blijdschap was ze meteen enthousiast. Ik voelde me enorm vereerd,  want er hadden tientallen schrijvers op haar oproep gereageerd. We spraken af in een restaurant in Zaandam en het wederzijdse vertrouwen was er meteen. Ik kreeg alvast twee klappers met informatie en een paar dagen later bevestigden we onze afspraken formeel. Ik ging meteen aan de slag. In de klappers las ik de e-mails van de hacker, de afschuwelijke commentaren van de reaguurders op Dumpert, de brieven van advocaten en de verbaasde reacties van vrienden en familie die haar naakt waren tegengekomen op internet. In mijn hoofd vormden zich de contouren van het verhaal en ik bereidde me voor op een serie interviews via Skype.

Ontelbaar veel vragen heb ik Nikki gesteld en zelfs de onmogelijke vraag ‘Mag ik de foto’s zien?’ bleek niet te gek.

Nikki bleek enorm openhartig en enthousiast, wat voor mij als schrijver een enorme luxe was. Iedere dag dook ik in haar belevingswereld, wat telkens weer nieuwe vragen opriep:

Hoe heb je je vriend Joost leren kennen?
Wat was de eerste keer dat je pikante foto’s naar hem stuurde?
Hoe voelde je je daarbij?
Waarom was het belangrijk voor jullie relatie?
Hoe is je relatie met je ouders?
Hoe reageerden ze toen ze erachter kwamen?
Beschrijf je eerste werkdag na de hack en de publicatie op Dumpert?

Ontelbaar veel vragen heb ik Nikki gesteld en zelfs de onmogelijke vraag ‘Mag ik de foto’s zien?’ bleek niet te gek. Ik wilde de momenten beschrijven dat ze de foto’s maakte en hoe kon ik dat doen zonder te weten wat er op die foto’s stond? Nikki deelde alles zonder terughoudendheid en dat vertrouwen heeft ervoor gezorgd dat ik heel dicht op de huid van Nikki heb kunnen schrijven. Veel ‘show’ en weinig ‘tell’. Mensen vertellen me dat het verhaal spannend en meeslepend is en dat je het niet weg kan leggen. Als je het leest, ben je Nikki en dat was precies de bedoeling.

Ik zag waar het verhaal beter kon worden, ware het fictie geweest, maar ik moest mijn fantasie koest houden.

Ik gebruikte het manuscript ‘Niet van iedereen’ ook voor mijn lessen bij mijn specialisatie Romans & korte verhalen aan De Schrijversacademie en kwam daarbij ook vaak een beetje in de knoop. Het was geen fictie, het was waargebeurd, dus ik was gebonden aan de werkelijkheid. Voor de spanning in het verhaal was het bijvoorbeeld misschien goed geweest als het gevecht tegen online shaming voor grote relatieproblemen had gezorgd, maar zo was het niet. Om clichés te voorkomen was het misschien goed geweest als de directeur van Dumpert geheel onverwacht een keurig nette vrouw in een mantelpakje was en om het verhaal rond te maken was het misschien goed geweest dat aan het einde van het verhaal de hacker werd gepakt. Maar dat is allemaal niet gebeurd, dus soms was dat frustrerend als schrijver. Ik zag waar het verhaal beter kon worden, ware het fictie geweest, maar ik moest mijn fantasie koest houden. Mijn mede-schrijvers bij De Schrijversacademie en docent Jowi Schmitz hebben me enorm geholpen om ook binnen deze beperkingen een sterk verhaal neer te zetten en daarnaast me ervan overtuigd dat ik naast mijn werk als biograaf en ghostwriter ook fictie moet schrijven.

Ik mocht samen met Nikki, Gertie Vos, vormgever en fotograaf en Uitgeverij Palmslag van een gruwelijke nachtmerrie een prachtig boek maken. Ik ken maar weinig dingen die meer positieve energie geven en ik hoop dat ik in de toekomst nog heel veel bijzondere verhalen voor mensen op papier mag zetten.

‘Niet van iedereen’ is nu te koop bij Uitgeverij Palmslag.

Deel dit niet (3) door Hetty Kleinloog

Die spoort niet

Soms blijf ik haken bij een woord of zin. Ik denk dat een schrijver dat eerder heeft dan een normaal mens. Wij schrijvers vormen beelden bij flarden tekst die als windvlagen zonder begin of eind langswaaien. Een paar opgevangen woorden op de markt of in de tram zetten ons aan tot piekeren of fantaseren.

Hetty en Rosetty

Ik had dat ooit bij ‘die spoort niet’.  Ik zag twee evenwijdige rails naar een onveranderlijk eindpunt. Wie wil in godsnaam wél sporen, peinsde ik.  Nooit afwijken, nooit van pad veranderen, altijd heen en weer tussen twee doelen, wie kiest daarvoor en sterker nog: wie veroordeelt of beschimpt een niet-sporend medemens?  Woeste oceanen bevaren, ronddolen in een woestijn, wilde hengsten de sporen geven, alles beter dan monotoon ‘sporen’ van kopstation tot kopstation.

Liefde deel je niet

Gisteren overkwam me weer zoiets. Ik bleef haken bij het woord ‘delen’.
Een bed deel je met je geliefde. Dat betekent dat je beiden de helft van het bed in beslag neemt.
Verdriet deel je en dan wordt het wat minder erg. ‘Gedeelde smart is halve smart.’
Bij de liefde delen is het al iets anders. Als je de liefde deelt krijg je niet allebei de helft, maar het dubbele.  Ik heb er ooit een liedje over geschreven, dat op muziek is gezet door Rosetty, de lievelingscomponiste van Andre Hazes:
Klik hier voor het liedje Liefde deel je niet (even naar beneden scrollen).

 

Zorgen delen, angsten delen,
kommer en verdriet,
Maar de liefde, maar de liefde,
liefde deel je niet.
Bedden delen, leven delen,
wanhoop, keer op keer.
Smart en leed, dat kun je delen,
liefde wordt juist meer.

 

Het voelt raar om mensen te vragen om mijn posts te delen.  Alsof er dan een half, kwart, een achtste aan informatie overblijft.
Maar goed, in de tijd dat ik hier nu zinloos over filosofeer had ik mijn blogs ook de wereld in kunnen gooien.

En kunnen vragen of mensen dat nieuws willen… Vermenigvuldigen.

Over Hetty Kleinloog

Foto door: Hadewych Veys

Hetty Kleinloog is auteur, scenario – en toneelschrijver, tekstdichter, dramadocent en regisseur. Na haar opleiding aan de theaterschool heeft ze gewerkt als creatief leider, auteur, regisseur en tekstdichter. Sinds 2000 schrijft Hetty televisiedrama en werkt ze als dialoogschrijver, storyliner en eindredacteur mee aan tv-series als ONM, Lotte, Spangas, Malaika, Tita Tovenaar, GTST, De Spa en Kameleon. Daarnaast schrijft Hetty liedteksten voor diverse muziektheatervoorstellingen en heeft ze plots en dialogen geschreven voor Jan, Jans & de kinderen. Volle bloei is haar romandebuut.

 

 

Hoe ziet een studiedag van de Schrijversacademie eruit? – door Nicole Ramsaran

Even voorstellen

Hallo allemaal, mijn naam is Nicole Ramsaran en ik ben oud student aan de Schrijversacademie. In mijn vrije tijd blog ik onder de naam Soferet, schrijf ik korte verhalen en recenseer ik voor Business and Bubbles. Als tienjarenplan heb ik een thriller schrijven op mijn bucket list staan. Om gemotiveerd te blijven volg ik regelmatig studiedagen en workshops. Dit is mijn derde studiedag.

Hoezo studiedag?

Voor alle studenten van de Schrijversacademie komt hij voorbij, de verplichte studiedag. Zonder deze dag geen diploma. Waarom zou je meer dan eens naar een studiedag gaan, hoor ik menigeen zuchten. Wie gaat er nu op zijn vrije dag verplicht naar les toe? Ik, zei de gek. Want uit ervaring weet ik dat het een dag vol dynamiek en inspiratie is. Naast de goed verzorgde koffie, – en lunchpauzes zijn er fijne gesprekken met medestudenten en er wordt veel gelachen. Ter afsluiting een borrel, het is een groot feest! Dus hoezo studie-dag?

Wat doe je dan zo’n hele dag?

Op 17 maart jl. genieten we bij Mammoni te Utrecht van interviews met Chris Polanen, debutant met Waterjager, en Maurice Seleky, met zijn tweede roman Een tragedie in New York. De interviews worden afgenomen door Carla de Jong, docente aan de Schrijversacademie en auteur. Wegens omstandigheden is zij last-minute ingevlogen en, met de weinige voorbereidingstijd die ze had, doet ze het voortreffelijk. Chapeau!

En ook vandaag mocht ik weer twee masterclasses kiezen. Dit blijft een dingetje, want wat kies je wanneer het allemaal boeiend is en van goede kwaliteit?

Op mijn vorige studiedag ben ik aangeschoven bij Grietje Braaksma en Ruth Bergmans (beide aanraders), dus haak ik deze keer aan bij Geneviève Waldman en Ingrid Meurs.

Maarten Carbo – de Boekenfluisteraar

Tijdens de lunch en tussen de masterclasses door is er gelegenheid om met Maarten Carbo te sparren over je boek. Waar loop je tegenaan? Waar knelt het en hoe los je het op? Maarten werkte als redacteur en uitgever voor verschillende uitgeverijen en is nu boekenfluisteraar. Loop je vast? Maarten trekt je vlot.

Chris Polanen – Waterjager

Met een kop thee en een versnapering luister ik naar Chris Polanen. Een Surinamer met heimwee. Zijn boek Waterjager gaat over Suriname in de nabije toekomst. Er is een dijkdoorbraak geweest en de bewoners zijn zoveel mogelijk weggetrokken. Er ontstaat een stad die geregeerd wordt door eigen wetten met als middelpunt Jean Christoph. Zijn broer Joshua keert na twintig jaar terug op zoek naar thuis en eindigt met een spirituele reis naar de zin van het leven.

In het interview vertelt Chris met veel humor over het traject dat hij met zijn redacteuren heeft doorlopen en hoe de ene redacteur verschilt van de ander. Hoe heimwee hem aan het schrijven heeft gezet. Een schrijver schrijft het best als hij pijn heeft en mensen lezen graag over ellende. We mogen zelf ook vragen stellen en natuurlijk zijn boek kopen en laten signeren. Mijn gesigneerde-boeken-kast begint al aardig vol te raken met juweeltjes zoals Waterjager.

Redactie voor auteurs

Nog onder de indruk van Chris, is het nu tijd voor de masterclass van Ingrid Meurs. Zij kan vijf kwartier in een uur praten. Gepassioneerd vertelt zij over het redactieproces. Belangrijk is om voor jezelf duidelijk te hebben waarom je schrijft en wat je ermee wilt. Daarna is het zaak om veel te oefenen en te netwerken. Ga naar literaire festivals, laat je gezicht zien op borrels en zorg voor een goede pitch. Hoe je pitcht? Dat vertelt Ruth Bergmans in de andere masterclass. Tip: Verdiep je in de uitgeefwereld. Het heeft geen zin om een manuscript van een thriller bij een chicklit uitgever neer te leggen. Een unaniem oordeel van de deelnemers: wat een goed verhaal, die dame moet je houden.

Maurice Seleky – Een tragedie in New York

De tijd vliegt voorbij en Maurice Seleky staat al klaar voor het interview over zijn boek Een tragedie in New York. Aan de hand van een viertal personages, met allen hun eigen worstelingen, schetst hij een beeld van de hedendaagse tijdsgeest. Maurice behoort tot de millenials, de generatie die naast het verdienen van geld ook graag iets zinnigs en creatiefs doet en zo in een spagaat terecht komt. Hij vertelt ons hoe je een boek kan schrijven ondanks die drukte. Een wijze les die hij met ons deelt: Debuteren gaat over timing. Zorg ervoor dat je in het momentum zit. Ga je drie maanden na publicatie aan de bel trekken bij de media, dan ben je te laat en ja, je moet het allemaal zelf doen.

Wat is de rol van een uitgever?

Geneviève Waldmann neemt het stokje over van Maurice. Wie is de uitgever van Griet? Het blijft stil. De binnenkomer van de dag: wie de uitgever is doet er voor de lezer helemaal niet toe. Voor een auteur in spe is dit wel degelijk belangrijk. Haar verhaal sluit perfect aan op de vorige masterclass. Wat zorgt ervoor dat jouw manuscript van de slushpile geplukt wordt? Ze drukt ons op het hart om vooral niet in zee te gaan met een uitgever die je geen contract geeft, geef nooit al je rechten weg en blijf betrokken bij de marketing en publiciteit van je boek.

Paneldiscussie

De paneldiscussie wordt geleid door Grietje Braaksma, boekhandelaarster, die samen met Willem Bisseling, literair agent, en Geneviève Waldmann, uitgeefster, in discussie gaat. De vragen die gesteld worden zijn aangeleverd door ons, studenten. Vooral de vraag of tegenwoordig de auteurs niet allemaal jong en sexy moeten zijn brengt veel reuring in de tent. Grietje, fel en gepassioneerd, Willem, vol humor, en Geneviève, vol wijsheid, vormen het perfecte trio voor deze uitsmijter. Ook het publiek mag zich erin mengen en voor we het weten gaan we zo op in de discussie dat we vriendelijk verzocht worden er een einde aan te breien. Het is tijd om af te sluiten.

Diploma’s

Voor een aantal studenten is dan eindelijk het moment aangebroken om hun diploma in ontvangst te nemen. Onder luid applaus reiken Grietje Braaksma en, ons alle bekend, Caroline Olieroock de diploma’s uit. Een feestelijke happening, die natuurlijk gevierd moet worden met een borrel.

En dan is daar het moment van afscheid nemen. Ongelofelijk hoe het team van de Schrijversacademie ons toch elke studiedag weer weet te verrassen met goede sprekers, leerzame masterclasses en vooral veel passie.

Ben ik na drie studiedagen klaar? Echt niet. Op de volgende studiedag van 2 juni zie je me weer terug. Kom je ook?

Groetjes,

Nicole Ramsaran (Soferet)


Het programma van de volgende studiedag is bekend! Lees hier meer.

Van Aspirant naar Debutant – Alice Fokkelman

In april ligt mijn thriller-debuut in de winkel. Hoe leuk is dat? ‘En hoe doe IK dat’, denk je wellicht. Ik neem je graag mee op mijn reis van aspirant naar debutant!

Schrijfdag

‘Maak kennis met een literair agent’. Het was een van de workshops tijdens de schrijfdag van de schrijversacademie. Leuk om te weten wat zo iemand doet, toch? Na de workshop sprak ik de agent en ze vroeg me of ik schrijf.
‘Ik schreef’ was mijn eerlijke antwoord. Jaren daarvoor was ik, naar aanleiding van een serie prijswinnende korte verhalen, benaderd door een uitgever voor het schrijven van een roman maar het ‘echte’ leven met mijn baan en gezin slokte me op. Het enige dat ik nog schreef waren artikelen voor mijn werk en boodschappenlijstjes thuis.

‘Heb je wel een idee voor een roman?’ vroeg de agent. Ik vertelde haar dat ik eigenlijk al mijn halve leven met een idee rondloop, gebaseerd op mijn eigen leven. Want; schrijven doe ik het liefst over iets dat dicht bij me staat, dat wordt vaak ‘de innerlijke noodzaak’ genoemd: het verhaal moet verteld.

De Literair Agent

De agent was benieuwd. Ik stuurde haar die week nog een synopsis en eerste hoofdstuk. Beide schreef ik de avond na de schrijfdag. Mijn man vroeg me wat ik aan het doen was. ‘Oh, ik schrijf een boek’ was mijn antwoord, waarop hij verbaasd uitriep dat hij niet wist dat ik weer aan het schrijven was. ‘Ja eh… ik geloof het wel’ , zei ik dus maar, en typte verder. Ik stuurde het op en wachtte af. Heel kort, want ik kreeg meteen een reactie. Of ik langs wilde komen. Dat was het begin van het schrijfproces dat geleid heeft tot een manuscript en binnenkort een boek zal zijn, dat rond april 2018 in de winkel ligt.

Iedere zes weken stuurde ik wat ik geschreven had naar mijn agent en vervolgens ging ik langs en bespraken we de ontwikkelingen. Die deadlines waren op mijn eigen verzoek. Ik vind het prettig om enigszins onder druk te werken, anders is het ’s avonds al snel; ‘Hallo Netflix…’

Mijn agent had een heel goed beeld bij mijn verhaal en haar op- en aanmerkingen hebben het verhaal zeker verbeterd. Daarnaast vond ik het ook gewoon leuk om met iemand over de personages, die verder alleen in mijn hoofd leefden, te kunnen praten.

Ging het dus allemaal alleen maar als een zonnetje? Nee…
Ik was gewend korte verhalen te schrijven, zo rond de 1500 woorden. Eén verhaallijn. Daarbij is de kunst zoveel mogelijk te zeggen in weinig woorden. Schrappen dus. Bij deze roman moest ik me richten op zo’n 50.000 woorden, verschillende verhaallijnen, flashbacks… Ik vond het lastig. Hoe houd ik overzicht? Hoe krijg ik alles bij elkaar?
Ik werkte met uitgewerkte karakterschetsen voor al mijn personages. Ik interviewde ze zelfs om ze beter te leren kennen. Dat staat niet allemaal in het verhaal, maar het sijpelt er wel in door.
Zo kreeg ieder personage een eigen stem. Hoe ik ze een dak boven hun hoofd gaf bij een uitgever lees je in mijn volgende blog!

Over de auteur

Alice Fokkelman studeerde Engels en Nederlands aan de lerarenopleiding. In 2003 begon ze met het schrijven van korte verhalen, die lovende recensies ontvingen. Rond april 2018 komt haar thriller debuut uit bij Xander uitgevers. Alice combineert het schrijven met een baan als Corporate Communicatie Manager.

 

 

 

 

 

 

De kunst van het schrijven- Anne Ruhl

Basismodule

Eindelijk zou ik de kunst van het schrijven perfectioneren. Daar ging ik dan, in mijn flamingo tas de boeken, de reader en een glimmend schrift. Bij een nieuw avontuur hoort natuurlijk ook een nieuwe tas. De eerste dag van school was ontzettend spannend. In Den Haag zouden we les krijgen in het torenkamertje van de boekwinkel. Het idee alleen al klonk zo romantisch. Ik gunde mezelf deze opleiding. Een hele zaterdagmiddag alleen maar leuke dingen doen. Met een chai tea latte en een vriendin uit Den Haag die me de weg wees, kwam ik terecht in mijn schrijfgroep.

Voorstellen

Ik wilde gaan werken op de redactie van een uitgever in schoolboeken, vertelde ik tijdens het voorstelrondje. Zo kon ik mooi mijn ervaring in het onderwijs combineren met het schrijven van lessen. Na tien jaar voor de klas leek me dat een leuke uitdaging en goed te combineren met het werken als juf.

Andere ambities?

Alle creatieve schrijfoefeningen die volgden vond ik erg leuk, maar dat was uiteindelijk niet wat ik wilde gaan doen. Ik zou van de lessen in de basismodules gaan genieten, maar mijn echte focus lag toch op de specialisatie. Andere mensen kwamen met plannen voor een roman of ze hadden zelfs al een kant en klaar manuscript klaarliggen. Zit ik hier wel echt om die reden? Of wil ik, behalve schoolmethodes schrijven, toch ook niet stiekem de volgende Annie M.G. Schmidt worden? Dat heb ik mezelf meer dan eens afgevraagd, maar de gedachte om zelf een boek te schrijven en daarmee langs uitgevers te gaan klonk me zo griezelig in de oren dat ik het maar snel wegdrukte.

De omslag

Tijdens de lessen gebeurde het. We moesten wekelijks een verhaal schrijven en elkaar feedback geven. Sommige mensen konden ook van hun feedback een prachtig en samenhangend geheel maken. Ik niet. Om de week martelde ik mezelf door een paar uur achter de computer te gaan zitten en als een strenge juf mocht ik van mezelf niet eerder weg voordat het klaar was. Ik ben geen geboren redacteur. Ik vond het helemaal niet leuk om de teksten van anderen te beoordelen, ik kon niet bedenken wat er anders kon en hoe het beter kon. Starend naar mijn beeldscherm perste ik er wat feedback uit. Een marteling dus. Waar ik wel blij van werd, was zelf verhalen schrijven. Mijn creativiteit werd aangeboord en ik ging naast de verplichte opdrachten ook aan de slag met andere verhalen.

Mevrouw Stip

Mevrouw Stip werd geboren. Ik schreef puur voor mijn eigen plezier over de overdreven keurige mevrouw Stip en haar chaotische zus Roeltje. Ik kon niet meer stoppen. Het gaf me energie en niet geheel onbelangrijk, ik vond het echt leuk om zelf te schrijven.

Laat het los

Ik heb er maanden over gedaan om de gedachte van de redactiespecialisatie los te laten en me te bezinnen op wat ik dan wel wilde gaan doen. Net voor de laatste les was ik eruit. Ik wilde de kant van kinderboeken op. De schrijfdocent was erg verbaasd omdat ik tijdens de lessen nooit kinderverhalen inleverde. Maar dat heb ik tijdens de specialisatie ruimschoots ingehaald.

Over de auteur:

Anne Ruhl woont in Haarlem met haar man en Italiaans windhondje. Als ontspanning leert ze Scandinavische talen. Op vakantie neemt ze uit ieder land een bijzondere theedoek mee die ze vervolgens nooit gebruikt, maar wel ophangt om mooi te zijn. In het najaar van 2015 startte ze met de Schrijversacademie om naast haar werk als leerkracht haar talenten verder te ontwikkelen. Op dit moment is ze druk bezig met het schrijven van haar eerste boek. Mevrouw Stip en Roeltje zal in januari 2018 uitkomen bij Buddy Books.

 

 

KLEI – debutant en oud student F.E. van Venetië

Je zou het kunnen proberen: leven zonder iets te willen. Geen verlangen naar geld, een mooi huis, een interessante carrière, euforisch geluk, vlammende liefde of andere lusten die je in de problemen kunnen brengen en het leven nodeloos ingewikkeld maken. Zouden we niet allemaal een knopje willen bezitten waarmee we dit instinct af en toe of zelfs voor altijd uit kunnen zetten? Een leven waarin je alleen moet zorgen voor het minimaal noodzakelijke om je dagen door te komen. Kortom, een leven met zo min mogelijk gedoe. En dat prima vinden.

En dat prima goed genoeg is.

In één van mijn verhalen heeft Max, die slechts een lichaamslengte van één meter en negenenveertig centimeter bereikte, gekozen voor een ambitieloos bestaan. Hij is gestopt met zijn studie en heeft het bijbehorende sociale leven ingeruild voor een eenvoudig solistisch bestaan. Het is zijn wens dat hier nooit iets aan veranderen zal. Niet dat hij per se enorm faalde in zijn studie maar vanzelf ging het ook niet bepaald. En andere mensen: wat moet je daar mee? Vriendschap. Seks. Houden van. Dat gaat allemaal een keer zeer doen. Dus waarom zou je er überhaupt aan beginnen? Max besluit dat ook niet meer te doen. Hij lijkt het knopje gevonden te hebben waarmee hij de -o zo- menselijke maar het leven ook zo ingewikkeld makende verlangens en driften uit kan zetten. Hij waant zich onaanraakbaar. Maar hoe groot blijkt deze desillusie wanneer hij op een dag als gevolg van een overstroming in zijn woning kennismaakt met zijn bovenbuurman. Deze ontmoeting maakt gevoelens bij hem los die hem uit zijn bunker dreigen te lokken. De vraag is of hij hier tegen opgewassen is. Wat zal hij doen?

Het is misschien een vreemde keuze van Max. Maar die ambities: waarom zou je? Nou?

Dus ik heb een boek geschreven.

Ben gedebuteerd met KLEI. Het is een bundel met vier korte verhalen. Max is het hoofdpersonage het van eerste verhaal. Het boek is in eigen beheer uitgegeven. Niet eerder heb ik iets gedaan dat me meer vrees aanjoeg dan dit. De verhalen liggen op straat, voor eenieder te lezen. Ik verstuurde een aantal persberichten en voor ik het wist stond het in drie kranten, werd ik tweemaal geïnterviewd waarvan één keer live op de radio en staat het bij diverse boekhandels in schappen. Allemaal regionaal weliswaar. Maar juist daarom is het zo griezelig, want hier kennen ze me. Als moeder, als collega, als dochter, als buurvrouw, als echtgenote. Maar niet als schrijver van verhalen.

Zijn de verhalen autobiografisch? Natuurlijk werd deze vraag gesteld tijdens de twee interviews. Daarop beantwoorde ik: nee, ze zijn volledig uit de duim gezogen. En zo is het ook.

Al hoewel, en dat heb ik nog niet verteld: er huist heus wel een stukje Max in mij. Ook ik heb ooit geprobeerd om, toen net als bij Max de lat hoog lag, alle ambities te laten varen. Wie geen verwachtingen heeft hoeft er ook geen moeite voor te doen.

Maar dat hield ik niet lang vol. Inmiddels heb ik een vol leven waarin mijn gezin de hoofdrol speelt. Ik kan niet anders dan dit leven ook helemaal zijn. Een deuk in één van mijn liefsten is een deuk in mij. Ik hoop maar dat ik er iets mooi van maak.

En dan is daar KLEI, mijn bundel dat de wereld in geslingerd werd. Toch overweeg ik soms om dit avontuur alsnog per ongeluk expres te saboteren. Net als Fred in Groentesoep met vermicelli.

Jawel, het is heel bloot allemaal.

Maar ook kicken.

Over de auteur:

F.E. van Venetië (1978) is een oud-student van de Schrijversacademie. Ze volgde de specialisatie Romans en Korte Verhalen bij Carla de Jong in Den Haag. Onlangs debuteerde ze met KLEI. Dit is een bundel met vier korte verhalen. KLEI is gepubliceerd via Brave New Books. Het boek is verkrijgbaar of te bestellen bij vrijwel alle boekhandels (ISBN: 9789402157369)

Meer weten of op de hoogte blijven? Kijk dan op: www.facebook.com/FEvanVenetie

De droom van elke debutant – Josha Zwaan

Ik hoor het mijn uitgever nog zeggen: “Als we er 8000 verkopen heb je het ontzettend goed gedaan.’ We spraken met elkaar over het verschijnen van mijn debuut: Parnassia, een roman over de strijd om de Joodse onderduikkinderen na 1945.

Eind oktober 2010 lag het in de boekhandels. De publiciteit rondom het boek was gering. Ik was een onbekende debutante, niet interessant voor interviews of recensies in de grote bladen. Wel hingen er door heel Amsterdam posters van de cover op de reclamezuilen. Met mijn dochter van 16 trok ik door Amsterdam om er zo veel mogelijk te spotten en te fotograferen. Trots!

Publiciteit is belangrijk maar uiteindelijk hebben de lezers de macht. Wie Parnassia las was onder de indruk en tipte zijn of haar omgeving. Parnassia werd bij verjaardagen het favoriete cadeau. In januari volgde er een tweede druk. Na de vijfde druk in mei besloot mijn uitgever een midprice uitgave te maken. Die zomer stond het maanden lang in de CPNB top 60. In 2011 werd het boek vertaald in het Duits. Steeds vaker trof ik in mijn mailbox of gewoon bij de post brieven van mensen die mij bedankten voor het boek en hun verhaal vertelden. Na een jaar begonnen er aanvragen voor lezingen te komen. Eerst af en toe, in de loop van de jaren tientallen. Het succes van Parnassia gaf mij de moed om volledig voor het schrijven te kiezen. Er volgden nog twee romans en een non-fictie boek. Ook die romans kennen een aantal herdrukken, maar inmiddels weet ik dat ik “De schrijfster van Parnassia” ben. Soms is dat jammer, mijn andere werk verdient en krijgt ook veel aandacht, maar inmiddels zie ik mijn debuut als de bodem onder mijn schrijverschap.

De droom van elke debutant

Parnassia is nooit een hype geweest, als een dieseltreintje heeft het zijn weg gevonden onder de lezers. Deze week wordt de 21ste druk gevierd met een prachtige gebonden uitgave.

Ovjosha-schrijversacademieer de Auteur :

Het is heerlijk om alleen maar bezig te zijn met schrijven, me te omringen met mensen die willen schrijven. Ik geef les aan de Schrijversacademie, ik coach individueel een aantal schrijvers, ik schrijf artikelen, ik werk mee aan projecten waarbij een boek geschreven moet worden en ik geef lezingen.