Pijn is fijn – door Jowi Schmitz

Waarom is schrijven zo leuk? Welbeschouwd gaan verhalen vaak over akelige zaken. Dooie ouders, ongelukken, ongewilde baby’s, verdwaalde tieners.

Toch schrijf ik erover. Ik ga me er zelden heel ellendig van voelen. Sterker nog, ik kan me enorm verheugen op een bloederige vechtpartij. Ik ben zelfs ronduit tevreden als ik een gruwelijk misverstand tot een enorme ruzie laat leiden. Als er een piano uit de lucht valt die de teen van mijn hoofdpersoon verbrijzelt, waarna ze haar leven radicaal omgooit en gaat duiken in Haïti. Haar vriend en kat blijven eenzaam achter (en die kat mist ze het meest).

Het zou kunnen dat er een psychopaat in me woont (hoewel die alles ontkent).

Zelf geef ik liever mijn innerlijke jeugdigheid de schuld. Mijn innerlijke kind dat de hand grijpt van de volwassen vrouw met een pen in haar hand.

Het heerlijke van schrijven over ellende, over pijn, dood en verwoesting, is dat je er heel dichtbij mag komen. Bij die hoge golf van gevoel die boven je uittorent, die op het punt staat je te overspoelen. Maar die dat vervolgens niet doet. Want schrijven is maar ten dele echt. Het gaat over echte gevoelens, vaak over zaken die de schrijver zelf heeft meegemaakt. Tegelijk is het een spel. Je speelt de pijn, je speelt het ongeluk. Bovendien is het technisch. Een middelmatige scene met bier en een kroeg, mag je net zolang herschrijven tot er champagne, kaviaar en drie penthouses in Hongkong bij komen kijken. Je kunt net zolang polijsten tot het precíes zo voelt als jij wilt dat het voelt. Je kunt een man zijn, een konijn, een flamingo tussen de flamingo’s. Probeer dat maar eens voor elkaar te krijgen, als accountant.

Kinderen snappen dat meteen. Ze snappen de lol van de pijn, van de ellende. Geef ze een pistooltje. Nee, geef ze een enorm waterkanon. Ze schieten je acuut overhoop. Schaterlachend.


Over Jowi Schmitz

Foto door: Kika Booy

Jowi Schmitz is schrijfster en docent bij de Schrijversacademie. Daar geeft ze les in schrijftechnieken. Ook verzorgt ze de specialisaties Romans en korte verhalen, Kinderboeken en Young Adult schrijven. Wil jij les van Jowi? Er start een Kinderboekenklas én een Young-adultklas in Amsterdam op 3 oktober 2020!

Ode aan de hoofdpersoon – door Levina van Teunenbroek

Mijn dappere ridder,

Toen je in mijn leven kwam wist ik direct dat je mij nooit meer los zou laten. Dat klopte, nog steeds beheers je zo nu en dan mijn leven. We hebben ook zoveel meegemaakt samen.

Je kwam onverwachts mijn hoofd binnenwandelen, zoals dat nu eenmaal gaat. Ik vertelde over je aan de kleine mensen die wel begrepen waarom dit een liefde was. Dat komt omdat zij boven alles heel “open minded” zijn, dat voelde veilig. Zij luisterden en stelden vragen waarop ik antwoord gaf. Die antwoorden nam ik dan weer mee naar huis. Daarmee speelden wij dan samen in mijn hoofd en op papier. Mijn vertrouwelingen vroegen regelmatig naar jou. En dan vertelde ik jouw verhaal.

Op een dag ontglipte jouw aanwezigheid aan de lippen van een kleine vriendin. Haar moeder viel als een blok voor jou, net zoals ik eerder deed. Zij vroeg mij om jou met haar te delen. Daar moest ik even over denken. Maar ik deed het en zo kwam het dat jij mij naast moed ook een bijzondere vriendschap bracht. Ik gaf jou je stem en zij gaf jou het gezicht dat ik zo liefheb. Ik vatte de moed om naar de schrijversacademie te gaan en geniet van alles wat ik daar leer. Zo kreeg ik vertrouwen in mijn woorden en kreeg ik meer durf.

Je brengt zoveel plezier, zoveel intieme warme momenten. Dat mogen wij niet voor onszelf houden. Dus we besloten jou de wereld in te sturen. Ik had er buikpijn van. Natuurlijk had ik al eerder geliefden losgelaten, maar het went nooit echt. Charlotte en ik hebben ons best gedaan je bij iemand te brengen die goed voor je zorgt, die net zo verliefd op je is. Dat is gelukt. Je bent er klaar voor. Klaar om heel veel peuters en kleuters zich te laten verwonderen. Om ze te laten lachen en fantaseren. Maar zeker ook om al die ouders, grootouders, juffen, meesters, ooms, tantes enz een lach te bezorgen. Ik heb er vertrouwen in. Laat ze een poepie ruiken!

Liefs,

Levina van Teunenbroek

PS Sorry voor de laatste zin, ik weet hoe gevoelig “billen-zaken” bij je liggen.

Student Levina Teunenbroek over haar eerste prentenboek ‘De ridder zonder billen’

Trots ben ik dat in april 2020 mijn eerste prentenboeksprookje ‘DE RIDDER ZONDER BILLEN’ in de winkel ligt.

Met prachtige illustraties van Charlotte Bruijn, Lottaland

Uitgeverij van Holkema en Warendorf, Unieboek Spectrum

Lennekes wijze raad – door Muriël van den Berg

Daar staat ze. Op de hoek van de Roetersstraat en de Nieuwe Achtergracht. Haar roodbruine krullen wapperen door de wind. Ze draagt een klassieke spijkerbroek met een blauw wit gestreept shirt. Het is Lenneke. Ik wil haar aanspreken, wil haar omhelzen. Maar dat kan niet. Ze zou denken dat ik gek ben. Ik ken haar door en door, maar voor haar ben ik een vreemde.

Divagedrag en nuchterheid

Ik bof met Lenneke, onze vriendschap is pas een jaar oud maar voelt al heel hecht. We zijn samen gaan reizen zonder dat we elkaar goed kenden en zonder dat we wisten waar we precies zouden eindigen. Lenneke is gelukkig niet moeilijk. Ze houdt van lekker eten en drinken, bezoekt graag steden en is avontuurlijk aangelegd. Een tikje divagedrag compenseert ze door een dosis praktische nuchterheid.

En het is dankzij haar nuchterheid, dat het boek er nu is. ‘Waarom blijf je zo hameren op die 70.000 woorden’, vroeg ze op een onbewaakt ogenblik. ‘Er zijn toch ook korte thrillers, neem nou dat nieuwe boek van Boris Dittrich.’ ‘Ja Len, maar hij heeft al naam gemaakt’, verzuchtte ik. ‘Dan kun je dat doen. Als debuutauteur moet je gewoon een dikke pil schrijven, dat verwachten de lezers.’ ‘Niets daarvan’, besliste Lenneke. ‘Het is mijn verhaal en ik herken mezelf totaal niet in die ellenlange dialogen van jou. Het lijkt of er een of ander suf miepje aan het woord is. Zo ben ik helemaal niet.’ Ik knikte en gaf haar ruiterlijk gelijk.

Als Lenneke een romantisch type was geweest, was mijn boek er nooit gekomen

Vanaf dat moment ben ik pas echt gaan schrijven. Tijdens mijn dagelijkse treinreis van en naar Amsterdam Zuid vorderde Lennekes avontuur in New York gestaag. Zonder franje, zonder overbodige handelingen. En vooral zonder al teveel zelfkritiek. Ik ben echt blij dat Lenneke kort van stof is. Als zij een romantisch type was geweest, was mijn boek er nooit gekomen. Vertellen en vertonen, spannende dialogen en beeldend schrijven, het blijft voor mij een worsteling.

Nu het boek af is ben ik best trots. Maar tegelijkertijd voel ik een zweempje jaloezie. Lenneke staat altijd in het middelpunt van de belangstelling. Als auteur bevind ik mij op de achtergrond. Volkomen terecht overigens, want mijn eigen leven is niet zo opwindend. Lenneke doet onderzoek naar malafide praktijken in de financiële sector. Zelf werk ik voor een degelijke vermogensbeheerder, en ik zit eigenlijk altijd achter m’n bureau naar Excel spreadsheets te koekeloeren. En als ik al op reis ga, ren ik van meeting naar meeting en verveel ik mij op vliegvelden. Maar goed, zonder die verveling was Lenneke er niet geweest. Ze mag me wel eens wat dankbaarder zijn. Ik ga het haar direct vertellen.

Een thriller, daar is het toch veel te dun voor?

Niet begrijpend kijkt de jonge dame mij aan. ‘Lennekie? Who is Lennekie?’ Een toerist, ook dat nog. Voor ik het weet, sta ik met handen en voeten voor de zoveelste keer de weg naar Artis uit te leggen. Linksaf, over de Plantage Muidergracht. Als je de flamingo’s ziet, is het nog een paar honderd meter naar de entree. Kan niet missen. Ik ga Lenneke wel missen als ik volgende week met vakantie ga. Alhoewel, het is ook wel lekker om mezelf weer te horen denken. Al weet ik zeker, dat zij ergens in de Schotse Hooglanden plotseling opduikt en de regie overneemt. Lenneke is dol op spookkastelen. Daar kan ze haar fantasie zo lekker de vrije loop laten. Ter inspiratie ga ik thuis alvast een aflevering van Midsomer Murders kijken.

‘Lekker suf die serie’, constateert mijn vriend ‘s avonds, ‘maar echt helemaal jouw ding. Net als je boek, het is niet mijn genre maar ik vind het wel heel knap. Ik snap alleen niet dat je het een thriller noemt, daar is het toch veel te dun voor? En wie is nou die Lenneke? Heb jij haar weleens ontmoet?’

Over dossier O.I.

Met de start van het nieuwe jaar begint Lenneke aan haar eerste echte baan in de financiële sector. Ze gaat aan de slag voor bedrijf dat geld belegt voor Nederlandse pensioenfondsen. Al snel ontdekt ze dat een van de beleggingen van haar bedrijf niet in de haak is. Op eigen houtje gaat zij op onderzoek uit in New York. Dat had ze beter niet kunnen doen. Haar rustige leventje in Amsterdam is voorgoed verstoord. De financiële sector trilt op zijn grondvesten.

Over de auteur

Muriël van den Berg (1974) is geboren in Rotterdam en werkt als risk manager in Amsterdam, het hart van de financiële sector in Nederland. Dossier O.I. is haar eerste thriller. Zij was in 2016/2017 cursist aan de Schrijversacademie en volgde met veel plezier les bij Nicoline Baartman.