Kou en regenbui - met dit verhaal behaalde Eefje Vugts een plek in de top 3

De top 3 is gekozen!

Deze week maken we de top 3 van onze zomerse schrijfwedstrijd bekend! Op maandag, woensdag en vrijdag zullen we steeds 1 verhaal publiceren op onze site.

Let wel op... dit doen we in willekeurige volgorde.

Iedereen uit de top 3 wint een mooie prijs. Nadat alle verhalen gepubliceerd zijn, zullen we onthullen wie is geëindigd op nummer 1 en een plekje wint in de gloednieuwe klas Autobiografisch schrijven!

Vandaag het verhaal van Eefje Vugts. Gefeliciteerd!


Kou en regenbui

Mijn norm van liefde en verlangen is door hem gesteld. Ik was pas veertien, ik hoorde met heel andere dingen bezig te zijn.

Ik ontmoette hem in de wasmachineruimte van de camping, de enige plek die warm en droog was. Hij was ouder, een stuk ouder, een man met een huis, een baan en een behoorlijk inkomen. Hij was volkomen misplaatst op een camping in de Ardennen. Hij was lang, hij had donker haar en hij was knap. Dat zagen al die andere vrouwen ook wel. Hij zag het niet, hij zag mij. We vonden elkaar, iedere keer in het hokje met de wasmachines. De eerste keer overviel hij me met woorden van verlangen. Hij wist dat het niet kon, dat hij deze gevoelens niet voor me mocht voelen, maar hij kon zich niet langer bedwingen. Het was overweldigend. Ik voelde de grote gevoelens in mijn ontluikende lijf. Hij moest en hij zou toegeven aan zijn verlangen. Mijn meisjeslijf was nog niet helemaal af. Hij liet me weten hoe hij hunkerde en ik wilde het ook. Dacht ik. Hij heeft me fysiek geen pijn gedaan maar ik heb gehuild toen het voorbij was. Hij was weg en ik bleef, met een hart aan diggelen. Ik kon er met niemand over praten, ze zouden me laten opsluiten. Ik wist dat het niet mogelijk was, natuurlijk wist ik dat. Deze man had een vuur in me ontstoken waar mijn lichaam nog niet aan toe was geweest. Ik huilde tot ik weer naar school moest. Ik ging nog vijf jaar met mijn ouders naar dezelfde camping. En ieder jaar was hij er. Lang, knap en nog altijd misplaats. Het laatste jaar had ik hem één keer meegenomen naar mijn tent. De angst om betrapt te worden, verpestte het plezier. In het hokje konden we ongegeneerd samenzijn. Zes zomers heeft hij me betoverd. Zijn woorden werden mijn verwachtingen van anderen. Ik zocht zijn hartstocht in alle mannen die ik later kuste. Ik nam mannen mee in mijn bed, hopend op dezelfde vastberadenheid.

Ik vond hem. Hij was niet zo lang, ook niet zo donker maar wel net zo misplaatst. Hij lijmde mijn hart, polijstte het en liet het fonkelen. Ik schonk hem drie kinderen en toen hij vroeg waar we die zomer op vakantie zouden gaan, wist ik maar één plek te bedenken. Zodra de tent stond, ging ik naar het wasmachinehokje met klamme handpalmen. Hij stond er nog, tussen de thrillers. De kaft was vergeeld, maar ik herkende hem direct. Hij was er. Ik trok de stoel naar ons hoekje. Het voelde als vreemdgaan. De spanning bouwde zich op in mijn kruis. Ik hijgde. Op bladzijde vijf kwam hij ten tonele. Ik sloot mijn ogen en zuchtte diep. Met zijn lange gestalte, knappe gezicht en nobele voorkomen; mijn Mr Darcy.


Deel deze blog: