Taxi voor de heer Roozeboom - Mascha Gesthuizen

Vol spanning wacht ik op het antwoord van mijn uitgever. De titel van mijn boek staat op het punt om geboren te worden. Wat goed om te zeggen, trouwens:

‘Mijn Uitgever.’

Ik zie mezelf nog zitten in de stoel van de therapeut. Uitkijkend op al die boeken achter hem, keurig recht in de schappen. Een belezen man. Daarin herkenden we elkaar. Omdat ik me schrijvend gemakkelijker uit, hielden we er naast onze gesprekken een hele correspondentie op na. Op een dag vroeg hij wat ik wilde en ik zei:

‘Een boek schrijven.’

Zonder omhaal antwoordde hij:

‘Moet je doen. Dat kun je.’ Ik was totaal verbouwereerd.

Het zaadje was geplant. Maar als het moest, moest het goed. Niet halsoverkop.

Dat kan ik niet, halsoverkop. Ik ben meer van gedegen voorbereiden.

Dus sprak ik met mezelf af: Het boek dat ik schrijf, wordt uitgegeven. De lat moet vooral niet laag.

Iets van uitleg of onderricht leek cruciaal. Als je ‘Schrijfopleiding’ invoert bij Google, krijg je 30.700 resultaten. De toevoeging ‘Arnhem’ reduceert dat gelukkig tot 815 resultaten. Daartussen was de Schrijversacademie  snel gevonden. Zes dagen later begon de opleiding in Velp.

Eenmaal gestart met het schrijven van mijn boek, vlogen de woorden mijn vingers uit als een nooit uitgeput rakende snelkookpan die eindelijk zijn stoom mag afblazen. Het werd tijd werk te maken van een uitgever.

Meestal is het niet in een keer raak. De literair agent die ik sprak op de studiedag van de Schrijversacademie en had weten te interesseren voor mijn verhaal, haakte na het lezen van een stuk van mijn manuscript af, omdat het ‘zijn type boek’ niet was. Het grotere agentenbureau waar hij me naar doorverwees, volstond met een door een stagiair geschreven afwijzing ‘het past niet in ons fonds en zoals voor ons te doen gebruikelijk lichten we dit niet toe.’ Ik had na deze debacles geen idee hoe verder.

Gelukkig kwam de taxi van Marcel Roozeboom op tijd. Op een Uitgeversdag in Baarn had ik hem juist mijn hand toegestoken en met meer bibbers dan bravoure mijn naam gezegd. De taxichauffeur riep nog een keer luid de ruimte in niet te wachten. De heer Roozeboom stapte op de taxichauffeur af en ik had het nakijken.

‘Daar gaat mijn boekpitch,’ dacht ik. Ik werd me bewust van mijn zweterige oksels en slappe knieën en draaide me om, klaar om af te druipen.

Nog eenmaal keek ik over mijn schouder. Breed lachend kwam hij mijn kant weer op.

‘Zo, waar waren we? Je had je net voorgesteld. Mascha.’ Wat volgde was een van hot naar her gesprek dat alle regels van een goede boekpitch schond. Aan het eind grabbelde hij in de zak van zijn colbert en overhandigde me het felbegeerde visitekaartje. Warmte golfde door me heen. Dit was het begin!

De volgende dag mailde ik, zoals afgesproken, mijn boekvoorstel, met, natuurlijk, een haakje naar de taxi.

De titel van mijn boek staat op het punt geboren te worden. En zoals afgesproken, volgt mijn boek later dit jaar.

Over de auteur

Mascha Gesthuizen (48) werd geboren in een klein dorp aan de Waal. Terwijl ze langs de oever fietste op weg naar school, verzon zij al verhalen.

Mascha werkte tot 2014 als huisarts in haar eigen praktijk in de Achterhoek. Daarna startte zij met een opleiding aan de Schrijversacademie. Regelmatig trekt zij met haar honden het bos in om met een scherpe verhaallijn of een bijzonder plot thuis weer achter haar computer te kruipen en haar teksten uit haar vingers te laten glijden.

Thans werkt zij aan haar debuutroman die door Futuro Uitgevers uitgebracht zal worden.


Deel deze blog: