Schrijven met humor, hoe doe je dat? - door Hetty Kleinloog

‘Je boek is enorm geestig, behalve als een personage grappig probeert te zijn.’ De meelezer van de eerste versie van mijn nieuwe roman Volle Kracht zette me met deze opmerking aan het denken. Ik hoor vaker dat ik humoristisch schrijf, maar ik heb eigenlijk geen flauw idee hoe ik dat doe. En als ik er lang over nadenk wat humor is, word ik draaierig. Hoe werkt dat bij mij? Wanneer werkt een grap? Wanneer werkt een grap bij míj? Heb ik Amsterdamse humor, Hollandse humor, of meer iets universeels, en zo ja: waarom dan?

Wanneer is iets grappig?

Ik ga na wanneer ik deze week hardop gelachen heb.

Een oudere heer uit Yorkshire schudt Boris Johnson glimlachend een hand. Dan vraagt hij zeer beleefd: ‘Please, leave my town.’

De man uit Yorkshire had niet kunnen vermoeden dat dit fragment een miljoen keer gedeeld zou worden. Hij wist niet eens dat hij geestig was, hij was immers geen grappen aan het maken. De kracht van de ‘grap’ was het contrast tussen de beleefde vriendelijkheid van de Brit en zijn dodelijke woorden.

Engelse humor is ongelooflijk geestig omdat de personages, zoals Basil Fawlty uit Fawlty Towers of Hyacinth Bucket uit Keeping up appearances,  zichzelf bloedserieus nemen.  Mister Bean lacht zelf nooit, Eddie en Patsy (Absolutely Fabulous) evenmin. Zelfs Always look on the bride side of life zingt Brian ernstig, terwijl hij aan een kruis hangt.

In de tweede versie van mijn roman heb ik de grap van een van mijn personages (de 72-jarige Lies klimt op Schiphol in een drop off box) geschrapt.  Dat ze geheel in character voor de Canadese douanefoto haar kapsel in model brengt en haar lipstick bijwerkt, blijft uiteraard staan. Het is waar: Lies is leuker als ze het zelf niet weet. En als ik het als schrijver ook niet weet.

Duitse humor

Van Duitsers wordt ten onrechte gezegd dat ze geen humor hebben. Dat hebben ze wel, alleen is er een strakke scheiding tussen luchtige en ernstige aangelegenheden. Lol en politiek gaan bijvoorbeeld volgens Duitsers absoluut niet samen, dus daarom zullen we bij een parlementsvergadering van onze Oosterburen nooit een bulderende Merckel zien. Onze politici slaan elkaar regelmatig schaterend op de rug, dat is ondenkbaar bij de Duitsers. Wat betreft de Fransen herinner ik me dat ik ooit eens enorm gelachen heb om een filmscène, waarin iemand tegen een glazen deur liep. Is dat nou grappig, hoor ik jullie vragen. Jawel, want de Fransen beschikken over een gouden instrument: timing. Een grap kan nog zo flauw zijn, als hij goed getimed wordt, werkt hij.

Echte mensen

Hoe werkt het dan bij mij? Bij mij gaat humor vaak samen met een tikje treurigheid en mededogen, plus een snufje absurdisme. Mijn personages beschouw ik als echte mensen, die ik heb leren kennen door me in ze te verdiepen en in te leven. En echte mensen zijn nou eenmaal grappig, vaak onbedoeld, soms ook in hun treurige pogingen iets van het leven te maken.  De Don Quichot is in ieder van ons niet ver te zoeken. ‘Wie lacht niet die den Mensch beziet’, schreef de dichter Vaandrager al in de vorige eeuw.  (Vaandrager belandde overigens ernstige depressief in een psychiatrisch ziekenhuis en stierf als zwervende zonderling eenzaam op 56-jarige leeftijd, maar dit terzijde).

Humor heeft een spoor van verdriet

De Volle-Trilogie, waarvan het eerste deel Volle bloei in 2018 jaar is uitgegeven en Volle kracht eind 2019, kent een lach en een traan, soms zelfs tegelijkertijd. Wat mezelf betreft moet ik nog het meest denken aan een zin uit een lied van tekstschrijver Gerrit den Braber (1929 – 1979): ‘Humor heeft een spoor van verdriet, lachen om de pijn, want dan voel je hem niet.’

En als je het de vijf dames uit de trilogie zou vragen? Die zullen zich ongetwijfeld het allerbest kunnen vinden in het gedicht van Bert Schierbeek:

 

maar we zouden niet vergeten dat we hebben gelachen, gelachen hebben we veel en dat zal ik niet vergeten want we hebben gelachen en veel hè? en dat zullen we nooit vergeten om- dat we zoveel gelachen hebben en dat niet vergeten gvd wat hebben we gelachen en niet en nooit vergeten dat we zo hebben gelachen omdat we samen waren en zoveel gelachen hebben dat we het nooit zullen vergeten

 


Over Hetty Kleinloog

Hetty Kleinloog (Amsterdam, 24 juni 1958) is scenario – en toneelschrijver, tekstdichter, dramadocent en regisseur.

Hetty schreef vanaf 2000 televisiedrama. Daarnaast heeft ze in het verleden plot- en dialogen geschreven voor onder andere Jan Jans en de Kinderen, en voor (muziek) theatervoorstellingen. Ze heeft liedteksten en libretto’s geschreven voor onder andere Kinderen voor Kinderen, de Maria Magdalena Passie en Het Oog van Leonardo.

Hetty is bovendien de begeleidende docente tijdens de schrijfretraite van januari 2021.


Deel deze blog: